| |
| |
| |
Dana Ranga
Kardia
Vertaling: Erik de Smedt
Een sidderaal verzint een alfabet, PQRST en in elke kamer een ander beeld, in elk atrium een andere gezichtshoek, waar begint zelfstandigheid, mijn handschrift in vergelijking met het cardiogram, mijn hart, wie leert het spreken en kloppen en tekeergaan, het verdraagt meer dan mijn kop, het leeft op eigen kracht, zonder kapsones, heel eenvoudig, op water en brood en niemand kan het aanraken, voor altijd in de kooi van knoken, zo luid en zo voorzichtig, een pauze van twee seconden zou al verdacht zijn, cardiogram, papier en naald, en almaar door, het kent alleen bergop, een Sisyphus, een krachtpatser, een werkezel, stekeblind, een naakte mol, verzet bergen en slurpt bloed, met een zuurstofmasker naar het carnaval, het danst in een vicieuze cirkel, maar wie verlost het uit de nachtmerrie, afgetobd en uit de maat,
sinus, cosinus, in welke hoeken kun je je nog verstoppen om in alle rust te leven, het wordt koud in plaats van warm, inkt voor het schrift, stroom vloeit door de naald, het hart zit in een net van aders, iedereen kan naar binnen kijken, wat was er te koop daar op de markt, leven en dood, rijpe beloften, hoe goed de waar is ontdek je pas thuis, wie weet hoelang het ding het uithoudt, hoelang het leeft, op eigen kracht, ontworteld, ontbladerd, ingeregen, ingelegd hart, heeft niets en niemand nodig, roept niet om hulp, het helpt zichzelf, pas later denkt het aan God, waarom leer ik niet van mijn cor, kardia, heart, cuore, inima, kokoro, corazon, xinzang, serce,
Herr Herz mat de trillingen en zette een T voor de laatste letter van zijn naam, op fluistertoon, om niet sentimenteel te klinken, frequentie een-komma-twee, radiogolven spoelen een woordwrak aan land, een boot met een gaatje erin, vol met algen en zeewier, Nautilus, het ruist in je kop, in de Zwarte Zee, golf voor golf, cardiogram, een uur lang, van aangezicht tot aangezicht, ik vraag geen toestemming, wie wordt nu slaperig, mijn hart maakt me beschaamd, het denkt niet aan rusten, tromgeroffel of hersenhoos,
| |
| |
komma's, extrasystolen, men groet met salvo's van drie of zes of negen, trompet hier-ben-ik en denkt nu-niet-opgeven,
denk maar niet dat ik het opgegeven heb, alleen omdat ik uit het gareel loop en als dat zo is, dan plechtig, waardig, een slag te veel is beter dan een te weinig, zei mijn vader, en dat slaan heilzaam was voor een koppig kind, en hij tilde zijn hand op, zwierig, krachtig, zonder ritme, om de angst te laten nawerken, om het hart sneller te doen slaan, niks breng je voor elkaar en lelijk ben je ook nog, wie zijn kind eigenlijk, stop met huilen, sta op en loop door, haast je, de dag is nog lang, geen tijd voor honger en dorst, doorwerken tot je erbij neervalt en niet meer op kunt staan, pas dan wordt het duidelijk dat je alles geprobeerd hebt,
blind hart, heeft slechts één oor, hart met eigen willetje, het ziet niet veel in ‘genoeg’ of ‘altijd’, het klopt, of het wil, of nee, het wil niet meer, dreiging is de sleutel tot het leven, de dictator werkt in het zwart, wordt overdag gevierd en 's nachts vervloekt, list en wraak halen niets uit, wie weet nou waarvoor hij gestraft wordt, het hart is zo dom als een kind, het leeft tegen wijzerzin, tegen de winter en de zomer en hemel en aarde in, nu en dan een suikerklontje om het hoop te geven, om te beletten dat het met zijn rode hartmond zegt ik-stop-ermee, ik-houd-op,
toen bleven er slechts twee minuten over om ongehoorde dingen te beloven, jankend, smekend, er is geen berouw op het laatste moment, er is geen antwoord als er nooit een antwoord werd verlangd, geen vergeving als die nooit werd gewenst, vooruit, sterf, omrankt door koraaltakken, blijf staan, laat ze zeggen, zijn-hart-heeft-het-laten-afweten, en wat dan nog, uitgeput, ontploft, in zijn slaap, een slag met volle kracht, een sprong over de sluitboom, het grenshek, en jij, jij blijft aan de andere kant en wacht tot het zich omdraait, naar je roept ik kom terug, maar het loopt voorop, legt alles bloot en verdwijnt, iedereen zal het zien, ze zullen je openzagen, een-wonder-dat-hij-zolang-heeft-geleefd, met zulke verstopte aders, zwarte vlekken, knopen, zorgen, doorntakken, de liefde die hij vergat als oorsmeer, auriculum, hoe kon het nog kloppen, zo vet en groot, een sumoworstelaar, houder van het wereldrecord zichschikken, elk samentrekken en elk loslaten, afzonderlijk, gelijk, onbeduidend, gewoon, onontbeerlijk,
| |
| |
dag op dag op slag op ogenblik, elke systole een zet, op het einde verlies je, de dood wint, ik win alleen zolang ik zijn overwinning uit kan stellen, systole voor zet voor slag, denkpauze, diastole, ik adem uit, dwangarbeid of stepdans, ik geef de tijd aan, ritme en maat, slag voor slag, de enige die geen pijn doet, de slag van moeders hand, waar zij slaat, groeit iets, zo word je gehaaid en vooruitziend, de lantaarnvis steekt zijn licht aan, het misleidende oog op het voorhoofd, ik ben niet wat je ziet, mijn licht is mijn roep, ik ben een graat in het skelet van de zee,
hou op voor je doorpraat, kijk naar rechts, naar links, alleen zoutzuilen op de binnenplaatsen, vrouwen en dochters en een man die overleefde omdat hij nooit achteromkeek, de doden niet telde, geen zuchten hoorde, terwijl hij toch slechts deurwaarder is, hij wacht op het dagelijkse vonnis dat als een rijpe appel uit de boomkruin valt, hij neemt hem op en spreekt de boodschap uit, spuugt de pitten uit, ze smaken als amandelen, allemaal slechts bedrog, het oordeel ken je niet in zijn onderdelen, alles is goed en fout, vóór een rechter die wacht en zucht, in vreeskou, in zorgenwind,
opdat mijn hart het makkelijker heeft om alle woorden omhoog te pompen die je niet uit kon spreken, toen ik snapte dat het aan de rand van de afgrond kon eindigen, met mij en mijn kwebbelende mond, hoorde ik zeggen, hoorde ik en geloofde ik en bleef stil, en toen donderde het waarom-zwijg-je en de vuist sloeg met volle kracht op tafel, alles sprong de lucht in, mes en glas en de broodrestjes, het verfrommelde blad dat hij niet kon lezen, wat-is-dat-voor-een-taal, ik bleef zwijgen, geen kloppen, slechts een licht tekeergaan, zoals het suizen in je oren na het duiken, ik-toon-je-wat-trots-is, antwoord, slag op slag geen echo, geen geluid, en ik was een steen en mijn hart was een steen en stenen in de maag tot het moment opzwol en ontplofte, als een luchtblaas, nog een dode luchtballon, valt niets aan te doen, kun je niet oplappen, en eindelijk punt, onderbreking van de stroomkring, punt,
wie zuigt het op, het laatste druppeltje helderrood bloed, het cardiogram, het onvoltooide werk, met alle leugens en bijlegmanoeuvres, detector, opus magnum, catalogue raisonné, het wordt allemaal geregistreerd, elke gedachteflard, ieder stuk gebroken chocolade, wrang werk en de verontwaardiging over al
| |
| |
wat rust, over al wat droomt en graag aan zichzelf denkt, zonder de opwinding van een vroege ochtend, na een te korte nacht, om zes uur de klokken, hoe leef je in de buurt van kathedralen, hoe leef je met pendules in huizen die in een zijstraat liggen, in vertrekken met een galm en een slag om het kwartier, hartalarmklok, sirene op het dak van een brandweerwagen, pulserend licht onder het draagvlak van een vliegtuig, hoe spreekt het hart, het hart van een walvis, het hart van een haai, ze lezen allebei in elektronische boeken, een haai kan meer dan ik, hij weet hoe je leeft, hoe je roept zonder te schreeuwen,
maar ik heb niet geschreeuwd, omgeleid bloed, nu pompt de machine, het hart blijft stil, het rust, het slaapt, het voelt de snee niet, het wordt de steken niet gewaar, het is koud als een sneeuwpop en geeft zich over, droomt de slagen die het had kunnen slaan, in de eerste minuut, in de tweede en steeds verder, langer, tamboerijnen en bongo's, eindelijk als een mens horen en zien, uitzicht zonder kooitralies, het rechtstreekse licht, 300 watt, ernstige ogen, latexhanden, de eerste aanraking, niet ik heb mijn hart aangeraakt, niet mijn grote liefde, maar een chirurg, te snel, te dichtbij, hij ziet de resterende twijfels, het verstopte en het ontbrekende, hij kijkt naar binnen, hij kijkt in mijn open hart en ontdekt de fout, je-gaat-te-traag, waarom-word-je-moe, je kijkt scheel, je liegt, je bent onrustig, je huilt te veel, te luid, hou op met vragen, eet en ga naar bed, je stoort, stel je niet zo aan, hou je mond, afgelopen met die trippelpasjes, klaag niet, en dan slaat de deur dicht, het sleutelgat wordt dichtgenaaid, een zucht ontsnapt nog voor de laatste steek,
hoeveel vragen werden achtergelaten, in de hoeken van de kamers, onder de stenen van de atria, onder het pleister van de wanden, wie werd ingemetseld opdat het huis tijdens de nacht niet in elkaar stort, het levende huis heeft een levend offer nodig, ik was er, op het juiste moment, zoals mij bevolen was, ik wist alleen dat men het moest redden, het werk, de vesting, het ik-ik-ik van trotse vaders, zij verlangen offers, met opgeheven kin, tot op het einde, tot in het diepste, het hoogste, iemand die vervangbaar is en toch niet zonder een zekere waarde, dus,
kop omhoog, je armen dicht tegen je lichaam houden en ooit houdt het ademen op, ingenaaid, muntstuk in de zoom van een bruidsjurk, en het bloed, in zuurstof gedrenkt, helderrood, wacht om de dam weer open te laten gaan, zodat de
| |
| |
sneeuwpop smelt in de Rode Zee, mijn lichaam een delta, 100 joule, willen leven of dood blijven, twintig minuten lang op een vraagteken schommelen, in de mateloosheid van een punt, niets neigt naar nul, nergens, alleen het hart herinnert zich iets en telt littekens, alles loopt uit op deze uitnodiging, een dringend verzoek, naar binnen roepen, 100 joule, nog een keer, ze wachten op mijn antwoord, ze willen dat ik een teken geef en het begint, sta op en ga, en niemand die zegt waar naartoe,
wie onderbreekt er nu de regel van een cardiogram, wie zegt nu bij welke klank een woord zijn betekenis verliest, binnengestrompeld, een lege kamer in, maak het naar je zin, en geen fouten meer, ik kan niet sneller, maar ik kan verder, van steen tot steen, waarom niet huppelen, springen en nog geen pulsus bigeminus, de weg kan mooi en glad zijn, fout, denk je, je denkt fout, klinkt het, sinusknopen met luidspreker, maatmeter, slavendrijver, alles om het maar niet te horen, dat geklop tegen de borstwand, en alsjeblieft geen spiegels, ik wil niets van me weten, wie heeft me gevraagd deze kamer binnen te komen, wie heeft me laten wachten, zonder een glas water, een stuk brood, een goed woord, ik maak een pas op de plaats, op deze ene plaats die al een kleine grafkuil is en dieper wordt, bij elk stampen, elk struikelen, bij elke stap -
|
|