Walter Benjamin
Over Hebel
Vertaling: Anneke Brassinga
In 1926 sprak Walter Benjamin ter gelegenheid van de 100-jarige sterfdag van Johann Peter Hebel een rede uit, waarvan hier een fragment in vertaling volgt als inleiding op Hebels verhaal ‘Een onverhoopt weerzien’.
Dames en heren, als u gewend bent de krant te lezen, is het vast weleens voorgekomen dat u stuitte op een bijzonder indringend of sensationeel bericht, bij voorbeeld over een brand of een roofmoord. En als u toen geprobeerd heeft, u dat voorval nader in te denken, dan hebt u, al of niet bewust, iets heel opmerkelijks gedaan. U hebt namelijk een soort fotomontage gemaakt - het voorval heeft zich misschien afgespeeld in Goldap of Tilsit, een stad die u helemaal niet kent - en in het schouwtoneel dat u zich voor de geest haalde, heeft u ongemerkt elementen laten binnendringen van een schouwtoneel dat u heel vertrouwd is; en wel direct van het meest eigene, dus niet uw stad, Frankfurt, maar uw huis, of uw huiskamer, in uw stad. Uw huis of uw huiskamer leek opeens verplaatst naar Tilsit of Goldap. Maar in werkelijkheid ging het andersom: Tilsit of Goldap waren verplaatst naar uw huiskamer. En u bent nog een stap verder gegaan. Nadat u dit ‘hier’ tot stand had gebracht, bent u ook nog een ‘nu’ gaan verwerkelijken. Het voorval is misschien van tien september, en u leest het bericht op de veertiende. Maar toen u zich het voorval wilde indenken, het wilde meemaken, verplaatste u niet zichzelf vier dagen terug, u stelde zich integendeel voor: nu gebeurt het, nú op dit ogenblik, in mijn huiskamer. U hebt het abstracte, willekeurige sensatiebericht in één klap een ‘hier en nu’ gegeven. U hebt het concreet laten worden, en niemand kan voorspellen waar dat nog op uitlopen kan.
Nog minder voorspelbaar zou de uitwerking zijn als het iemand zou lukken niet die willekeurige sensatieverhalen, maar juist belangrijke, cruciale gebeurtenissen deze presentie te geven van het hier en nu. En als dat dan ook nog een ‘nu’ van historisch belang zou zijn, en een ten volle ontloken, bloeiend ‘hier’! Stellen we ons voor dat aan al deze premissen volledig is voldaan, dan hebben we het proza van Johann Peter Hebel. Wie zich verdiept in deze grote, nog altijd onvolprezen meester, kan niet anders dan zich een beeld van hem vormen als de onvergelijkelijke beeldvormer. - Beeldvormer, niet zozeer met roversverhalen, familiedrama, schipbreuk of wildwest (al komt ook dat aan de orde) maar vooral schept hij het beeld van de hoogste krachten van zijn landstreek en zijn tijd. Daarmee is meteen al gezegd dat dit sobere, uiterst bescheiden werk zich op de kracht van duizend onzichtbare kleine vleugels zwevend houdt boven een enorme afgrond.