Suzanne van Geuns
Hardop dromen
Inleiding bij David Albahari's ‘De basiliek in Lyon’
In het openingsverhaal van David Albahari's Learning Cyrillic komt de hoofdpersoon, zittend voor een Canadese supermarkt, op het idee om in zijn eigen taal, het Servisch, te gaan spreken, om daarmee een kind weg te jagen: ‘Maybe she'd think, I thought, that I am a fool, an innocent fool who only existed as far as language allowed.’
De hoofdpersonen in Albahari's verhalen denken veel na over wat anderen denken. Ze vragen weinig, maar hebben het gedachteleven van de ander telkens al geprobeerd te verkennen. Het veelal introspectieve karakter van de personages levert een mysterieuze wereld op, waarin weinig hardop gesproken wordt en het gezegde vaak raadselachtig aandoet. Albahari's verhalen vragen om terugbladeren, om terug te zoeken wat er nu wel en wat er nu niet uitgesproken is. Zijn personages zijn dromerig, zwijgzaam en lijken alleen te bestaan wanneer iemand het woord tot hen richt.
David Albahari werd geboren in Servië, in 1948. Hij is een gerenommeerd vertaler van Engelse teksten en woont sinds 1994 in Calgary, Canada. Hij schrijft novellen, waaronder Götz en Meyer (2002) en Moederland (2003), en korte verhalen. In 2012 las hij op ‘De lange avond van het korte verhaal’ in Amsterdam zijn bijdrage aan de bundel Naar de stad voor. Reina Dokter vertaalde voor Terras zijn verhaal ‘De basiliek in Lyon’.
In Albahari's verhalen spelen taalverschillen vaak een rol: personages spreken langs elkaar heen, verstaan elkaar niet of hebben alleen een stem in de gedachten van een ander. De Servische roots van Albahari keren met grote regelmaat terug in zijn verhalen. Ook in ‘De basiliek in Lyon’ wordt gerefereerd aan de Balkan, hoewel het hoofdpersonage weinig lijkt te weten van de staten in dit gebied. Zij verstaat geen Servisch. Het maakt de Servisch sprekende jongen tegenover haar een raadsel.
De auteur beschouwt zichzelf als een postmodern schrijver, maar zegt ook niet meer gefragmenteerd te willen schrijven. Hoewel zijn verhalen bedrieglijk eenvoudig van structuur zijn, worden ze bij elke herlezing moeilijker doordringbaar. Zijn teksten zijn haarscherp gecomponeerd: personages zeggen geen woord te veel, de beschrijvingen zijn kort en helder, al het gebeurde is vol van een niet altijd expliciet gemaakte betekenis en relevantie.
‘De basiliek in Lyon’ presenteert zich vanaf het eerste begin nadrukkelijk als verhaal: de tekst zet in de eerste regels haar eigen structuur uiteen. ‘Het verhaal bestaat uit tien delen van ongelijke lengte. [...] één segment verloopt in bijna volmaakte stilte; alle segmenten zijn een vrucht van de