Tegenstander
We mogen zeggen wat we willen en hoe we het willen. De uitzonderingen daarop, denk bijvoorbeeld aan schelden en opruien, zijn tamelijk helder omschreven. Belangrijker nog, regels die dat verbieden zijn gemotiveerd: ze geven slachtoffers van verbale agressie enige bescherming. Dat kunnen we niet zeggen van de maatregelen van de Londense schoolmeesters tegen incorrect taalgebruik. De taalzonden die zij op het oog hebben, vormen een heterogeen groepje. Er zitten samentrekkingen (ain't) en reductievormen (coz) bij. Zulke vormen maken geen slachtoffers, integendeel: het spreken wordt er juist efficiënter door.
De leerlingen mogen ook niet al hun zinnen met basically beginnen. Dat is meer een poging de spreektaal stilistisch gevarieerder te maken. Deze regel roept de vraag op of een leerling die één zin niet met basically begint, wél aan de normen voldoet. Maar erger is dat de leerlingen bloot zullen staan aan willekeur, die voortkomt uit onvoldoende besef van het verschil tussen spreken en schrijven. Waarschijnlijk denken de leerkrachten dat correct spreken betekent dat je de woorden en zinnen uitspreekt zoals je ze schrijft. In dat geval moeten niet de ‘coz’-zeggende leerlingen straf krijgen, maar hun leraren, in de vorm van een grondige bijscholing.
Wat vindt u ervan? Moeten we leerlingen verbieden op school plat te praten?
Geef voor 17 december uw mening op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. Of stuur een briefkaart met ‘We moeten leerlingen verbieden op school plat te praten’ of ‘We hoeven leerlingen niet te verbieden op school plat te praten’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag.