■ Baarmoeder
Latere onderzoekers hebben nog een derde soort ritme aan de classificatie toegevoegd: dat van talen als het Japans, waarin een gesloten lettergreep, die eindigt op een medeklinker, even lang is als twee open lettergrepen. In Nihon, een van de Japanse namen voor Japan, geldt de tweede lettergreep bijvoorbeeld als twee keer zo lang als de eerste. Vrijwel alle menselijke talen zijn in een van deze drie groepen onder te brengen.
Kinderen blijken bovendien al op heel jonge leeftijd gevoelig voor het onderscheid. Bij experimenten met kinderen van nog maar een paar dagen oud blijken Franse kinderen veel aandachtiger te luisteren naar geluidssignalen die het machinegeweerritme aanhouden, terwijl Nederlandse kinderen liever naar morseritmes luisteren, zelfs als die ritmes uit een andere taal komen. Bovendien blijken Franse zuigelingen wél bijvoorbeeld het verschil tussen het Engels en het Japans te kunnen horen, met hun verschillende ritmes, maar niet dat tussen het Nederlands en het Engels, waarvan het ritme min of meer hetzelfde is.
Het ritme van hun taal is dan ook mogelijk een van de eerste zaken die kinderen leren, en wel al in de baarmoeder. De foetus hoort daar de mensen al praten, maar door die buikwand heen klinkt het allemaal nog gedempt en onduidelijk. Klinkers en medeklinkers zijn nog moeilijk van elkaar te onderscheiden, zodat je nog geen woorden kunt leren, maar het ritme is al wel duidelijk te horen.
Uit dat ritme kunnen kinderen misschien ook al een aantal dingen opmaken over hun taal. Zo hebben ‘morsetalen’ meestal meer medeklinkers naast elkaar (zoals in het Nederlandse woord strengst), terwijl ‘machinegeweertalen’ meer regelmatige afwisselingen van klinkers en medeklinkers kennen. Door het ritme in de moederbuik vast te stellen, leren kinderen dus al heel jong wat ze precies moeten verwachten wanneer ze eenmaal geboren zijn.