Guus Middag
Zong
Ben je eenzaam vannacht
Waarom zingt Eva de Roovere ‘Jij is lastig’ en ‘fantastig’? En de jongens van Opgezwolle ‘proef die woofer’? En hoe komt het dat dit zo bijzonder klinkt? In zijn rubriek ‘Zong’ staat Guus Middag stil bij de taal en de poëzie die te horen is in allerlei Nederlandstalige liedjes, oud en nieuw.
Elvis Presley heeft in 1960 een heel mooi liedje opgenomen over een man die zijn liefje kwijt is en zich daar nog niet bij neer heeft kunnen leggen. ‘Are you lonesome tonight?’, vraagt hij haar. ‘Do you miss me tonight? Are you sorry we drifted apart?’ Het eerste deel van het lied bestaat uit een lange lijst van zulke droevige vragen, zoals alleen iemand met liefdesverdriet ze kan stellen. Er spreekt ongeloof uit, en ongeluk. Zij zal hem toch ook wel een beetje missen? ‘Do the chairs in your parlor seem empty and bare? / Do you gaze at your doorstep and picture me there?’ En dan, met heel veel gevoel gezongen, de klemmende vraag: ‘Shall I come back again?’ Het zijn hartverscheurende regels, des te hartverscheurender omdat er maar geen antwoord op komt.
Dan begint het tweede deel van het lied: een lange gesproken verhandeling, een preek bijna, waarin Elvis verwijst naar Shakespeare en diens voorstelling van het leven als een toneelstuk waarin iedereen zijn rol moet spelen. Hij als verliefde, zij als geliefde. In het eerste bedrijf speelden ze deze rollen perfect, maar in het tweede bedrijf veranderde er iets: zij begon vreemd te acteren. En het eind van het stuk is dat hij nu op een verlaten toneel staat, helemaal alleen. En dat, als zij wegblijft, wat hem betreft het doek wel mag vallen.
Het klinkt onheilspellend, maar ook wel wat onecht en al te literair, uit de mond van deze Elvis. Hij klinkt veel overtuigender als hij weer mag zingen. Dat doet hij ook, helemaal aan het eind van het lied, als hij nog weer één keer zijn hoopvolle vragen mag stellen aan zijn verdwenen geliefde: ‘Is your heart filled with pain? / Shall I come back again? / Tell me, dear, are you lonesome tonight?’