■ ‘Lichte’ werkwoorden
Om te beginnen met de gekomen loodgieter en de gemaakte soep: werkwoorden als komen en maken hebben een betrekkelijk vage betekenis en kunnen daardoor op heel verschillende manieren gebruikt worden; het worden wel ‘lichte’ werkwoorden genoemd. Vergelijk bijvoorbeeld: we komen graag (logeren), je komt te laat, het komt in orde, dat komt ervan en dat komt doordat ... En: hij maakt striptekeningen, kunt u dit horloge maken?, zij maakte een buiging, maak dat je wegkomt en dat heeft te maken met ... Zoals uit deze voorbeelden blijkt, zijn zulke werkwoorden vaak onderdeel van min of meer vaste verbindingen, waarin hun betekenis als het ware ‘oplost’ - zoals bij een buiging maken, dat ‘buigen’ betekent. Woorden met een vage betekenis zijn op zichzelf genomen niet erg informatief, en als ze dan ook nog eens bijvoeglijk worden gebruikt, valt dat extra op. Vandaar dat de gekomen loodgieter en de gemaakte soep raar aandoen. Worden er elementen toegevoegd die de betekenis preciezer maken, dan gaat het beter. Vergelijk bijvoorbeeld: de te laat gekomen loodgieter en de zojuist gemaakte soep, waar niets mis mee is. Net zomin als met de gearriveerde loodgieter, want hoewel arriveren en komen vrijwel hetzelfde betekenen, is arriveren geen licht werkwoord.
Hoe zit het nu met de gekookte soep (naast er is soep gekookt) en de betaalde loodgieter (naast de loodgieter is betaald)? Ook koken en betalen zijn geen lichte werkwoorden en toch maken deze combinaties een vreemde indruk. Hier speelt een rol dat begrippen als ‘gekookte soep’ en ‘betaalde loodgieter’ in onze belevingswereld wat moeilijk te plaatsen zijn. Want élke soep is gekookt, en geen enkele loodgieter werkt gratis. Het ligt anders bij bijvoorbeeld ‘gekookte aardappels’ en ‘betaalde oppas’: gekookte aardappels zijn iets anders dan gebakken of gestoomde aardappels, en een betaalde oppas onderscheidt zich van een oppas die gratis komt, zoals een oma.