■ Fries
‘O engeitado’ gaat over Lissabon, maar vooral over de fado. Het is niet zo vreemd dat José Melo, voorzitter van de Círculo de Cultura Portuguesa na Holanda, rond 1990 op het idee kwam om dit Nederlandse gedicht in het Portugees te laten klinken. Hij vond een vertaalster (Mila Vidal Paletti), een componist (Custódio Castelo) en een zangeres (Cristina Branco), die van dit gedicht, en van nog tien andere fado- en saudade- achtige gedichten van Slauerhoff, Portugese liederen maakten. Ze zijn te vinden op het album O descobridor. Cristina Branco canta Slauerhoff (2002). Vijfenzeventig jaar na het schrijven van zijn gedicht loopt Slauerhoff weer langs de oevers van de Taag, maar nu in het Portugees, ‘à beira do Tejo’, op de muziek van een fado, begeleid door gitaren, en gezongen door een vrouwenstem. ‘Er is niets schooners en droevers’, schreef Slauerhoff. ‘Nada é mais belo e triste’, zingt Branco - en dat klinkt net zo mooi. Voor het eerst klinken de woorden die Slauerhoff uit de mond van een bedroefde straatzangeres hoorde nu in het Portugees. Het lied is weer thuisgekomen, zou je kunnen zeggen - ongeveer zoals Slauerhoff weer thuiskwam toen hij in 1928 in Lissabon aan wal ging.
Een vergelijkbare gedachte moet de Friese fado-zangeres Nynke Laverman hebben gehad toen zij Cristina Branco hoorde: hoe zouden deze liederen klinken in de moedertaal van Slauerhoff? Op haar album Sielesâlt (‘Zout van de ziel’, 2004) zijn zeven van deze Portugese Slauerhoffliederen te horen in het Fries. In ‘O engeitado’ zijn Lisboa en de Taag er nog steeds, en de droevige uithaal ‘A vida é imensa tristura’ ook, maar ze worden nu omgeven door Friese klanken. Het verschil is soms moeilijk te horen. Met die dikke l en die rollende r lijken het Fries en het Portugees wel wat op elkaar, althans voor de buitenstaander. ‘Nada é mais belo e triste’ wordt hier ‘Nearne is it moaier en drôver’, en ook dat klinkt overtuigend. ‘Hier heeft het zin om te sterven’, wist Slauerhoff in 1928. Zijn Friese vrouwelijke alter ego zegt het hem vijfenzeventig jaar later na: ‘Hjir hat it sin om te stjerren.’ Ook bij Laverman heeft, net als bij Slauerhoff en Branco, het Portugees het laatste woord: ‘tudo é dor.’ Alles is verdriet.