Iktionaire
Crisistaal
Een nieuwe lente, een nieuwe taal. De huidige lente heet ‘crisis’ en dus leren wij ‘crisistaal’. Om te beginnen een observatie van de Vlaamse taalkundige Jan Blommaert: de economie is geen mensenwerk, maar een abstract en anoniem stelsel. ‘De markten’, ‘de beurzen’, ‘de ratings’, ‘de banken’, ‘de grote beleggers’. Samen vormen zij een autonoom systeem dat gediend moet worden, en niet gehinderd. Waar dit systeem, deze machine, om ‘vraagt’, dat moeten wij doen. Als geheel vertoont de machine weer wél menselijke trekjes. Hij heeft ‘stemmingen’, te weinig ‘vertrouwen’ bijvoorbeeld, dan wordt hij ‘nerveus’ of ‘onrustig’, en zijn er ‘kalmerende maatregelen’ nodig. Hij is groter en machtiger dan wij, wij proberen hem te dienen, maar echt doorgronden doen wij hem niet. Het lijkt God wel.
Geld kan vreemde dingen met de mens doen, maar ook met de taal.
Hoe vaak sinds 2008 zijn de koersen al niet ‘ingestort’? In een ‘onstuitbare vrije val’ geraakt? Het ‘kelderen’ der koersen? Als een schip keldert zie je het nooit meer terug, als de koersen kelderen zit iedereen de volgende ochtend gewoon weer achter z'n bureau. Hoe vaak waren wij niet getuige van een ‘meltdown’? Dow Jones and the temple of doom. Je leest de krant en de wereld vergaat, je kijkt uit het raam en je ziet niets.
‘De manier waarop we over de crisis spreken versterkt de paniek en draagt bij aan een nationaal depressionisme’, meent de Franse socioloog Denis Muzet, auteur van Les mots de la crise.
En met die titel doet hij het zelf ook een beetje. Het woord crisis, we zijn er dol op. Waar we ooit ‘ongeluk’ of ‘affaire’ zeiden, zeggen we nu ‘crisis’. Er hoeft in een fabriek maar een slang los te schieten of we hebben een crisis.
Heeft er misschien iemand beláng bij om dit een crisis te noemen? Wie? Is het een frame om de redding van banken en rijke mensen te rechtvaardigen, zoals de econoom Arjo Klamer stelt? Hoe de gewone man van dit frame zou kunnen profiteren is een stuk lastiger te bedenken, daar heeft Klamer zeker een punt.
Stel je voor dat we de kredietcrisis de ‘kredietaffaire’ hadden genoemd. Lees overal waar kredietcrisis of eurocrisis staat: kredietaffaire of euroaffaire, en je krijgt vanzelf een andere kijk op de zaak. Affaires eindigen met een vonnis, crises met een rekening
Ook crisistaal: bekende begrippen krijgen een nieuwe betekenis. Herman Van Rompuy zei onlangs dit: ‘Het bezuinigen in alle betekenissen van het woord, ook onder de vorm van inkomstenverhogingen, brengt niet met zich mee dat de economische groei noodzakelijk minder zal zijn. Van het nietbezuinigen en het niet-aanpakken van de tekorten weet men wel wat het verloop zal zijn.’
Bezuinigen in alle betekenissen van het woord, ook die van inkomstenverhoging. Met die ‘inkomsten’, voor alle duidelijkheid, bedoelt Van Rompuy de belastingen. Bezuiniging = belastingverhoging. Rutte, Zijlstra, Dijsselbloem, Samsom, ook zij gebruiken bezuinigen steeds vaker als pseudoniem voor lastenverzwaring. ‘Bezuinigen’ is dus niet dat de overheid minder gaat uitgeven, maar de burger méér. Wij bezuinigen niet, wij worden bezuinigd. 2013: het jaar dat het werkwoord bezuinigen er een lijdende vorm bij kreeg.
Jan Kuitenbrouwer