Horstlog
Onder knie
Laatst stond in de krant te lezen: ‘Merkel zegt zó vaak “Scheisse” dat ook de Amerikaanse president Barack Obama dat Duitse woord nu onder knie heeft.’ Of het juist is, doet er niet toe. Ik bedoel: of Obama dit Duitse woord inderdaad kent, en zo ja, of hij dat van Merkel geleerd heeft. Nog minder belang heeft de vraag of deze informatie nieuwswaarde heeft. Als vakidioot kijk ik enkel naar ‘onder knie heeft’, want zo stond het in NRC Handelsblad van 24 mei 2013.
Ik zou dat namelijk niet zo zeggen. Voor mij is het onder de knie heeft. Juist omdat het voor mij beslist mét lidwoord moet, viel me op dat het hier anders stond. Is er in de haast een woordje vergeten? Dat is tegenwoordig snel vastgesteld. Nee, waarschijnlijk gaat het wel degelijk om een veranderend aanvoelen bij sommige taalgenoten, want je vindt met Google gemakkelijk tientallen treffers van onder knie hebben. Te veel om steeds weer aan een vergeten woordje te denken.
Fout natuurlijk, helemaal fout. Als het u oplucht om dat te roepen, roep het van de daken. Als u vindt dat ertegen opgetreden moet worden, sluit de daders in de boeien of doe ze een proces aan. Of wellicht zal uw reactie beperkt zijn tot een vlammende protestbrief naar de Taalunie, een ingezonden stuk in Onze Taal of een beginnende maagzweer.
Ondertussen kunnen we ons afvragen waarom sommige taalgenoten zo doen. Mijn theorie is dat ze het woordje de weglaten, onbewust en volkomen te goeder trouw, omdat het in de combinatie onder de knie eigenlijk niks meer doet. Een normaal lidwoord heeft als alternatieven mijn of haar, maar dat gaat hier niet: onder mijn knie, onder haar knie. Ook is in normale gevallen een meervoud mogelijk, maar dat kan hier evenmin: onder de knieën. Kortom: het is helemaal niet zo'n normaal geval. Eigenlijk is de hier geen lidwoord meer, en staat het er enkel nog om historische redenen. Welaan, sommige taalgenoten, taalgevoeliger en minder conservatief dan u en ik, voelen dat aan en laten daarom de in deze context weg. Dat is mijn theorie. En als die theorie klopt (ik kan het niet bewijzen), dan zou het niet verstandig zijn om deze taalgevoelige taalgenoten te arresteren, ze te martelen of hen zelfs maar bij de Taalunie te kakken te zetten. Ik bedoel maar: denk alsjeblieft even na voor je tot draconische maatregelen overgaat. Als echter bewezen kan worden dat deze mensen niet onbewust en te goeder trouw handelen, maar dat er kwaad opzet in het spel is, dan ziet de toestand er natuurlijk helemaal anders uit.
Er zijn mensen, en ik heb er zelfs wel onder mijn vrienden, die zeggen: dat kan allemaal wel waar zijn, van dat nutteloos worden van de en zo, maar de uitdrukking is nu eenmaal onder de knie en niet onder knie, en dat moet zo blijven. Daartegen heb ik geen verweer. Die politieke discussie ga ik niet aan. Wie dat standpunt met legale en geweldloze middelen wil uitdragen, heeft mijn zegen. Persoonlijk heb ik enige moeite met dat ‘en dat moet zo blijven’, maar ik gun iedereen zijn beperkingen.
Voor mij is het meest fascinerende aan de situatie dat het in taal bijna overal zo is dat de een het zus zegt en de ander zo, de een kiest voor dit en de ander voor dat, terwijl we elkaar toch vrij goed kunnen begrijpen. Het malle idee dat het alleen maar op één manier kan en nooit anders, waar komt dat toch vandaan?
Joop van der Horst