Toen in ... augustus 1979
Schrijfwijzer
Op 31 augustus is het precies 34 jaar geleden dat het naslagwerk werd gepresenteerd dat een van de best verkochte Nederlandse boeken ooit zou worden: de Schrijfwijzer.
De eerste editie verscheen op initiatief van toenmalig Kamervoorzitter Anne Vondeling en Th.H. Oltheten, de hoofddirecteur van de Staatsuitgeverij. Zij hadden behoefte aan een naslagwerk waarin het antwoord zou staan op werkelijk alle vragen die kunnen rijzen bij een ambtenaar die aan een tekst werkt. In Jan Renkema zagen zij de aangewezen persoon om een dergelijk werk samen te stellen. Hij was op dat moment lid van de overheidscommissie Duidelijke Taal en eindredacteur van Onze Taal.
Tot Renkema's eigen verbazing bleek de Schrijfwijzer niet alleen ambtenaren, maar ook journalisten, secretaressen en docenten aan te spreken. Het was kennelijk het juiste boek op het juiste moment. De Schrijfwijzer was niet alleen een van de volledigste taaladviesboeken die ooit verschenen was, maar het droeg ook nog eens een soort overheidskeurmerk, stond vol met aansprekende voorbeelden (van het genre ‘Op zijn vakantie nam God tot zich ...’), het was niet schoolmeesterachtig voorschrijvend zoals de meeste boeken in die tijd, maar eerder vaderlijk adviserend, en het bevatte kleine testjes en grapjes (zo had Renkema deze alinea vast afgesloten met: ‘Zag u die? Dat tweede was in deze zin moest natuurlijk zijn: waren’).
De Schrijfwijzer maakte school. Het boek veranderde de manier waarop professioneel taaladvies werd gegeven, en het zorgde ook voor een hausse aan vergelijkbare naslagwerken. Maar geen enkel werk benaderde ook maar het succes van Jan Renkema's Schrijfwijzer. Met de vijfde editie van het boek, die vorig jaar verscheen (voorzien van alle hedendaagse digitale extras), komt de oplage in de buurt van een half miljoen.