Tegenstander
Aangenomen dat de regel van de vormovereenstemming echt simpel is, dan betekent dat nog niet dat ook de toepassing van die regel altijd even simpel zal zijn. Soms heeft een schrijver een zó lange en ingewikkelde zin gemaakt dat hij verdwaalt als hij zoekt wat ook alweer het onderwerp van de zin was. Maar de dubbelzinnigheid van zinnen is een nog groter obstakel. Wie bij de zin ‘Piet is een van de weinigen die deze taal kent’ het rode potlood hanteert, neemt aan dat het woordje die slaat op de weinigen. Dat kan, maar het hoeft niet. Veel Nederlandse taalgebruikers betrekken die hier op een, de kern van de woordgroep een van de weinigen. Ze begrijpen de zin dan als: ‘Er zijn maar weinigen die deze taal spreken. Een van die weinigen is Piet.’
Er zijn dus twee interpretaties mogelijk. De vraag welke interpretatie de maker voor ogen stond, kunnen we eigenlijk alleen beantwoorden door de zin die hij maakte welwillend te bestuderen. Hieruit volgt niet dat taalfouten niet bestaan. Er volgt ook niet uit dat de schrijver van de zin ‘Piet is een van de weinigen die deze taal kent’ niet nagedacht heeft. Wat we hier wél uit kunnen afleiden, is dat nadenken over de toepassing van zinsbouwregels verschilt van andere vormen van nadenken, zoals over de oplossing van een rekensom of over de toekomst van de Europese Unie.
En laten we eerlijk zijn. Dat wist u toch allang? Iedereen kent toch wel personen die prima nadenken in beroepssituaties, maar die wel elke brief moeten laten controleren op taalfoutjes?
Wat vindt u ervan? Wijzen taalfouten op onhelder denken?
Geef voor 2 juli uw mening op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. Of stuur een briefkaart met ‘Taalfouten wijzen op onhelder denken’ of ‘Taalfouten wijzen niet op onhelder denken’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg Ia, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag.