Horstlog
Geen spellingveranderingen
De nieuwe algemeen secretaris van de Taalunie heet Geert Joris. In De Standaard van I maart schreef hij: ‘Er komt geen spellinghervorming zolang ik algemeen secretaris ben van de Taalunie.’ Dat klinkt heel dapper, al weet ik niet wat het waard is, want als de ministers werkelijk een spellingverandering willen, kunnen ze Geert Joris gewoon aan de kant schuiven. Maar het is natuurlijk fijn als in ieder geval de algemeen secretaris geen heil ziet in spellingveranderingen. Dat lijkt me ook maar het beste, want je kunt je afvragen of hij er veel verstand van heeft. In zijn stukje in De Standaard spreekt hij over de Nijmeegse dissertatie van Arina Banga. In een persbericht daarover moet gezegd zijn dat de -en in samenstellingen betekenis heeft en dat de Taalunie bij een volgende spellinghervorming daar rekening mee zou moeten houden. Geert Joris vindt die conclusie ‘merkwaardig’.
Ik vind die uitkomst daarentegen een open deur, een waarheid als een koe. Ik heb er geen Nijmeegse dissertatie of persbericht voor nodig om tot dezelfde slotsom te komen. Sterker nog: ik was deze mening al toegedaan toen bijna twintig jaar geleden de pannenkoeken-spelling werd ingevoerd. Dat heb ik altijd een misser gevonden. En velen met mij.
De zaak is eenvoudig genoeg. Naast stoel (enkelvoud) schrijven we stoelen (meervoud); naast ik loop schrijven we wij lopen. En zo is het met ongeveer de helft van alle zelfstandige naamwoorden en met nagenoeg alle werkwoorden. Kortom: met een meerderheid van onze woorden. Is het raar dat een gewoon mens bij -en aan een meervoud denkt? Als het op maandag, op dinsdag en op woensdag een meervoud aanduidt, is het toch niet zo vanzelfsprekend dat het op donderdag ineens geen meervoud zou aanduiden? Dat begrijpt bijna iedereen. Alleen de spellingcommissie van de jaren negentig begreep het niet. En Geert Joris nog steeds niet.
Een interessant detail, als ik me niet vergis, is dat de promotor van deze Arina Banga, professor Neijt, destijds deel uitmaakte van de pannenkoeken-commissie. Maar misschien is ze intussen van gedachten veranderd. Dan zal er in de hemel vreugde heersen.
Overigens is algemeen secretaris Joris meteen zo eerlijk om erbij te vermelden dat het zo manhaftig geformuleerde standpunt van geen spellingveranderingen helemaal niet van hem is, maar door het Comité van Ministers al in 2005 als beleid is vastgelegd. De motieven voor dit beleid zijn allemaal nog erg jong, want anno 1995 en anno 2005 was er nog geen sprake van. Of eigenlijk: die motieven zijn helemaal niet zo jong, want tien en twintig jaar geleden zijn ze allemaal al bedacht en gezegd door de tegenstanders van spellingveranderingen. En kijk: heel dat arsenaal van op zichzelf zinnige overwegingen om niet te veranderen, waar de Taalunie destijds maling aan had, dat blijken nu ineens de opvattingen van de Taalunie te zijn.
Nou, laten we dan maar hopen dat Geert Joris het daarmee eens is.
Joop van der Horst