Iktionaire
Ontwikkelen
Het brein is een soort postsorteermachine: soms spuugt het ineens een brief uit. Onleesbaar adres. Het oude systeem treedt in werking, van toen er nog geen machine was: de envelop wordt bestudeerd, ontcijferd. Zo gaat het in ons hoofd ook. Een woord wordt miljoenen keren geruisloos naar zijn bestemming gebracht, en ineens sta je ermee in de hand. Wat stáát daar eigenlijk?
Laatst had ik het met ontwikkelen. Met ont- is het oppassen, dat is bekend. Bloten is ‘iets bloot maken’, kleden is het omgekeerde, maar ontbloten en ontkleden zijn min of meer hetzelfde. Je wikkelt iets ín en dat kun je dan weer óntwikkelen, en toch betekent óntwikkelen doorgaans dat de zaken íngewikkelder worden. Eencellige organismen ontwikkelden zich tot miljardcellige zoogdieren. De jager-verzamelaar heeft zich ontwikkeld tot beursanalist. Een land dat zich ‘ontwikkelt’ wordt complexer.
Onderwijs, centraal bestuur, belastingen, gezondheidszorg - het maakt de zaak ingewikkelder. Evolutie betekent ontrollen, to develop is ontvouwen - wij hebben het dus niet zozeer over de creatie van iets nieuws, als wel over de verwezenlijking van iets wat er al was, maar was opgevouwen, opgerold of ingewikkeld. Is dit theologisch idioom? De mens pakt slechts uit wat de Schepper ontwierp?
‘Ontwikkelingshulp is achterhaald’, sprak minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen onlangs. Veel van de landen waar ontwikkelingshulp op gericht is, zijn geen ontwikkelingslanden meer, betoogde zij, maar groeiende economieën die meer geïnteresseerd zijn in economische relaties dan in caritas.
Een recent rapport van Oxfam, een van de grootste honger- en armoedebestrijders van de wereld, stelt ook dat wij zouden moeten afstappen van de termen development assistance en developing countries. De cognitieve taalkunde denkt in frames: woorden zijn verbonden aan waarden. Hoe je iets noemt wordt bepaald door wat je ervan vindt. Deels is dat bewust - de een z'n vrijheidsstrijder is de ander z'n terrorist - maar voor een groot deel ook onbewust. Het woord ontwikkeling is gekoppeld aan het zogenaamde ‘moral order-frame’, het idee dat er een natuurlijke rangorde der dingen is: God boven de mens, de mens boven het dier, ouder boven kind, etcetera. Rijkdom is goed, armoede is slecht. De term ontwikkeling activeert dat frame en staat een andere kijk op de zaak in de weg.
Hoe wij het bestrijden van honger en armoede in de wereld dán zouden moeten noemen, meldt het rapport helaas niet. In feite gaat het over ‘vrijheid’, zegt de een. Over ‘verantwoordelijkheid’, zeggen anderen.
Om in deze schrale tijden het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking te behouden, wordt steeds vaker de nadruk gelegd op ons ‘welbegrepen eigenbelang’: eigenlijk helpen wij onszélf. Maar ook met dat frame versterk je vooral niet-altruîstische waarden, waarschuwt het Oxfamrapport, en raken wij alleen maar verder van huis. Ziedaar het dilemma van de idealist: de doelmatigste manier om aandacht voor het leed in de wereld te genereren, is via waarden die je juist niet zouden moeten aanspreken.
‘Steun Oxfam en maak kans op een BMW.’
Eigenlijk zouden wij voor dit onderwerp dus een heel nieuw vocabulaire moeten eh, ontwikkelen. Zeg maar.
Jan Kuitenbrouwer