■ Coevorden en Oxford
Uit de genoemde voorbeelden blijkt dat voorden hun naam kregen op grond van uiteenlopende kenmerken. Bij Bredevoort was dat dus de breedte, en bij Stevoort ging het om het soort rivierbedding. Zulke informatie was handig als je zonder problemen naar de overkant wilde komen. Prettig om te weten was ook dat het rivierwater helder was, zodat je goed kon zien waar je liep, zoals in Lichtenvoorde (licht is hier ‘helder’). Elders was het uitkijken geblazen, zoals blijkt uit de naam Blackford (in Schotland): deze voorde lag in een veenrivier, met zwart en ondoorzichtig water.
Koeien steken een voorde over.
Foto: K. Martens
Andere voorden werden genoemd naar het soort vee dat er placht over te steken, en hier is Coevorden (een voorde voor koeien) mooi te vergelijken met het Britse Oxford en het Duitse Ochsenfurt (alle twee met dezelfde betekenis, verwijzend naar ossen). In dit rijtje past trouwens ook het Friese Koufurd, al is dit niet de naam van een plááts geworden maar van een meertje (sinds 2007 gespeld als De Kûfurd). Ook varkens werden langs voorden gevoerd, zoals in het West-Vlaamse Zwijnvoorde. Deze plaats heeft een Duitse zuster: Schweinfurt.