Hooge boomen
? Waarom schrijven we eigenlijk hoge bomen en niet hooge boomen, net als vroeger? Dat zou toch veel logischer zijn?
! Dat is voornamelijk omdat het niet nodig is voor de juiste uitspraak. Vrijwel iedereen weet dat lettergrepen in het Nederlands normaal gesproken niet op een korte klinker eindigen; daarom zal bijna niemand bomen als ‘bò-men’ lezen.
In 1947 zijn spellingen als hooge en boomen officieel afgeschaft. Maar lang niet alle woorden met een oo-klank werden voorheen met dubbel o gespeld: oven, bogen en toren bijvoorbeeld hadden maar één o. In die spelling, die in de negentiende eeuw was vastgelegd, was het verschil tussen oo en o (en ook tussen ee en e) gebaseerd op de klank en, vooral, de herkomst van woorden. Men had per woord onderzocht op welke oude Germaanse woordvorm het terugging: een oo- of ee-klank die uit een tweeklank was ontstaan (meestal een ai of een au) werd met dubbel o of e gespeld; lag er een enkelvoudige klank aan ten grondslag, dan schreef je één o of e.
Dat systeem, hoe doordacht ook, werkte niet voor de gemiddelde taalgebruiker, die de geschiedenis van woorden immers niet kende: hij moest vaak per geval opzoeken of een dubbele of een enkele klinker juist was. En dan nog moest hij alert zijn: bij roken/rooken bijvoorbeeld werd onderscheid gemaakt tussen rooken als werkwoord (dat bij rook hoort) en roken als verleden tijd van ruiken; en weezen was juist als het meervoud van wees bedoeld was, maar in andere betekenissen was het wezen.
Daarom werd dit systeem gewijzigd: net als bij de aa-klank en de uu-klank (denk aan jagen en sturen) werden dubbele oo's en ee's aan het eind van lettergrepen afgeschaft. Met één uitzonderingscategorie: de ee aan het eind van een woord, omdat de enkele e daar vaak een toonloze klinker weergeeft; denk aan zee en ze, en toffee en toffe.