Iktionaire
Geen vernieuwing, geen verzet
November 2011: Het leven is vurrukkulluk van Remco Campert wordt in een miljoenvoudige oplage over het land verspreid en maandblad Onze Taal voorspelt de verdwijning van het lidwoord het.
Dat in elk relatiehandboek te lezen valt dat je elkaar vooral niet te veel moet proberen te veranderen, bewijst wel hoe nauw liefde en herscheppingsdrift met elkaar verbonden zijn. Je wordt zestien, mag eindelijk een brommer, en de tweestrijd begint: je wilt erop rijden, maar er ook aan sleutelen. Is dat liefde, het verlangen naar iets om te veranderen? Nee, liefde kan ook bestaan uit conserveringsdrang.
Het leven is vurrukkulluk verscheen in 1961. Een zalige, zinderende zomerdag. Er wordt nijslollie gelikt en Tsjoe-win-k'um gekauwd, er wordt gerokkenrold en er is veel seksjuweel verkeer. Campert doet met taal wat jongens met brommers doen: hij voert hem op. Niet legaal, wel opwindend.
Alle Vijftigers deden het: spotten met conventies. Het establishment. De autoriteiten. Gezagsdragers, geleerden, beheerders van norm en traditie. ‘Lollig hoor, wat de heer Campert hier doet, maar het is en blijft natuurlijk incorrect Nederlands.’ Zo waren de rollen verdeeld: het gezag stelt de regels, de kunst stelt ze ter discussie. We zijn vijftig jaar verder - en de rollen zijn omgedraaid.
Het aantal het-woorden in ons vocabulaire neemt af, importwoorden worden de, kinderen leren het onderscheid moeizaam, veel non-natives leren het nooit, dus de kans is groot dat we op termijn ‘de paard’ en ‘de huis’ gaan zeggen, voorspelde Marieke Kolkman in het vorige nummer van Onze Taal. De directeur van het Meertens Instituut kan er niet mee zitten. ‘Van mij mag het verdwijnen.’
En wat zeiden de kunstenaars? Ik zag het commentaar van diverse schrijvers en dichters, en allemaal zeiden ze: ‘Neeeeeee! Niet doen! “De kantoor”, dat kán gewoon niet.’ Peter Buwalda las op televisie een stukje Reve voor, waarin alle het's door de's waren vervangen. De horreur!
Het is november 2011: wetenschappers hebben geen ambities meer als gezagdrager en kunstenaars passen voor de rol van rebel. De een wil geen regent zijn, de ander geen hervormer. Denk aan je imago. Geen vernieuwing, geen verzet. Wat rest is de onvermijdelijkheid der dingen. 't Is een mooie boel.
Jan Kuitenbrouwer