zoon des wegs, vreemde (inzonderheid behoeftige, naar onderdak en dartele veulenvormige haardvlam verlangende toevallig voorbijkomende reiziger); zie ook weggeling
Al meteen de titel van dit boek zet u op het verkeerde been. Dit is geen boek met rare woorden, maar een heel raar woordenboek.
Hoe ontstond het idee voor dit boek?
‘De inval kwam op een ochtend, onder de douche, in een seconde. Ik dacht: stukken over wóórden schrijven, dat moet mogelijk zijn. Ik was al gewend om te schrijven over gedichten of dichters, maar dit keer wilde ik de blik nog microscopischer richten, niet op een gedicht, maar op één woord. En de volgende seconde dacht ik: dat kan ook. En toen stelde ik aan Onze Taal voor om deze rubriek te beginnen. Mijn invalshoek werd dat het een woord van een dichter moest zijn: een atoom van een gedicht.’
Wat stond u voor ogen met deze stukken?
‘Ik wil niet zozeer kennis overdragen, als wel een sensatie delen. Het zal wel iets kinderlijks zijn. Ik herinner me van vroeger de geweldige ontdekking dat alles een naam heeft. Dat benoemings-mechanisme, dat je via woorden de wereld kunt leren kennen. Die sensatie voel ik nog steeds.’
Waar komt dat vandaan?
‘Er zijn weleens momenten dat je je afvraagt: wat kan ik nu eigenlijk? Ik ben een twijfelaar. Maar ik heb blijkbaar een antenne voor taal. Dat deel van mijn hersenen zit goed in elkaar. Ik kom helemaal niet uit een intellectueel milieu, integendeel, en ben nooit aangemoedigd om te lezen. Maar ik ben dat toch gaan doen. Ik denk dat het een aangeboren gerichtheid is.’
Uit wat voor milieu komt u dan?
‘Een Twents arbeidersmilieu. Mijn vader was timmerman en werkte in een fabriek. Boeken waren er niet. Mijn eerste boek was De wonderlijke avonturen van Hokus en Pokus van Jos Vandeloo. Het was ook mijn enige boek. Had ik dat uit, dan begon ik weer opnieuw. Ik heb het meer dan dertig keer gelezen. Er kwam - dat was eigenlijk een wonder - elke dag een krant binnen, de Twentsche Courant. Die las ik van begin tot eind, liggend op de grond. Ik begon linksboven en eindigde rechtsonder: advertenties, sportuitslagen, buurtberichten, wereldnieuws.’
‘Ik herinner me van vroeger de geweldige ontdekking dat alles een naam heeft. Die sensatie voel ik nog steeds.’