Antwoorden Taaltest
(zie pagina 281)
A. | Spelling
1. | b. fjord |
2. | a. knäckebröd |
3. | a. noordse stern |
4. | c. suède schoenen |
5. | b. Vikingschip |
|
B. | Woordenschat
1. | c. de Deense vlag (rood met een wit kruis) |
2. | a. zeeroverhoofdman (bij Denen en Noren) |
3. | b. skitechniek (genoemd naar Noorse provincie) |
4. | b. gang van een paard (m.n. van IJslandse pony's) |
|
C. | Fouten
1. | doggen, trachtte, kronen, bed-and-breakfastarrangement, Faerøer (Van Dale), Faeröer (Groene Boekje en Witte Boekje) of Faerøer (Witte Boekje) |
2. | haar verteld werd, euro's, kronen, om zich heen, hooggehakte |
|
D. | Extra
De letter þ wordt ‘thorn’ genoemd, de ð ‘eth’ of ‘edh’. Deze IJslandse letters zijn vergelijkbaar met de Engelse th: de thorn klinkt als de stemloze th in thing, de ð als de stemhebbende th in this. Ze zijn als aparte letters toegevoegd aan het IJslandse alfabet. Beide letters zitten in het veelvoorkomende woord það, dat ‘het’ of ‘er’ betekent. In het Nederlands kunnen ze worden weergegeven met th (voor de þ) en dh (voor de ð). Zo wordt de naam van Ajax-spits Sigþórsson vaak geschreven als ‘Sigthórsson’. |
|
|