Toen in... oktober 1966
Tsjientwol
Redactie Onze Taal
Deze maand is het 45 jaar geleden dat de Zweedse voetballer Ove Kindvall zijn eerste doelpunt voor Feyenoord maakte. Op 2 oktober 1966 passeerde hij in de uitwedstrijd tegen PSV keeper Willie Heijink met een geplaatste bal in de rechterhoek.
Op dat doelpunt zouden er nog vele volgen. In de vijf jaar dat Kindvall actief was voor Feyenoord, scoorde hij in 141 wedstrijden maar liefst 129 keer. Kindvall werd al snel wat tegenwoordig een ‘clubicoon’ heet, en dat was niet alleen vanwege al die goals. Hij was een aardige, bescheiden man, die het erg naar zijn zin had in Nederland, en ook razendsnel Nederlands had geleerd - niet op een cursus, maar door met zijn vrouw Nederlandse kranten te lezen en Nederlandse tv te kijken, en vervolgens uit te zoeken wat de betekenis was van de woorden die ze niet kenden.
Met die snelle taalbeheersing paste Kindvall in wat later een vast patroon zou blijken te zijn. Want of ze nu Arnesen, Lerby, Heintze, Thomasson, Pettersson of Sigþórsson heten, zo ongeveer elke Scandinavische voetballer die naar Nederland kwam, stond al snel de pers te woord in vlekkeloos Nederlands.
Andersom gold dat niet. Nederlandse verslaggevers hadden geen idee hoe je die Scandinavische namen moest uitspreken, en leken er maar een gooi naar te doen. Kindvall werd ‘Kientval’ en Lerby ‘Lerbie’.
Er was één uitzondering: de legendarische Herman Kuiphof, de man die de successen van het Nederlandse voetbal in de jaren zeventig op tv van commentaar voorzag. Kuiphof had van een Scandinavische vriend gehoord dat je Ove Kindvall moet uitspreken als ‘Oewe Tsjientwol’, en Søren Lerby als ‘Seuren Leerbuu’, en sindsdien deed hij dat ook consequent.
Werd zijn goede voorbeeld gevolgd? Niet of nauwelijks. Er werd juist wat lacherig gedaan over zijn in sommige oren wat aanstellerige ‘Tsjientwol’. Tekenend is dat toen Kuiphof in 2008 overleed, zelfs de allerkortste necrologie melding maakte van de bijnaam die hij had gekregen: Herman Tsjuiphof.