Iktionaire
Lauwwarme reuzentomaat
Juist van prozaïsche zaken is het moeilijk proza maken. Dat bedoelde Arthur Miller toen hij zei dat een echte schrijver ook meeslepend over een menukaart kan schrijven. Het was een van de eerste wijsheden over het schrijversvak die ik ooit las. Een ‘menukaart’? Ik zag zo'n kunstleren geval voor me, met gouden opdruk en gelamineerde pagina's. Kroketten met brood. Huzarensalade. Lever met uien en spek.
Als Miller vandaag leefde, zou hij een ander voorbeeld kiezen. Een IKEA-handleiding? Zíj́n er eigenlijk nog wel prozaïsche dingen om ons heen? Of is alles langzamerhand ontprozaad? De gemiddelde menukaart in elk geval wel. Die hoef je maar over te schrijven.
‘Met de hand gevormd en op steen gebakken broodje met rozijnen, honing en walnoten, belegd met gerookte entrecote, alfalfa, roergebakken spinazie met sesamzaadjes, gekookt ei, groene asperges, gepofte cherrytomaatjes en een tomatensambaldressing.’
Een strandpaviljoen waar wij laatst zaten.
Hoe zou je dat ‘broodje’ moeten noemen? ‘Alles Wat Er Nog Over Was’? ‘Wollt Ihr Das Totale Brötchen?’ ‘Blinde Bezoekt Saladbar’? Het paviljoen heeft gekozen voor ‘Pain d'Antan Springtij’. Je ziet weleens beelden van een orkaan, waarbij de lucht gevuld is met de meest ongelijksoortige objecten, een grasmaaier, een barkruk, een fiets, een gordijn, een broodtrommel, een koe, een verkeersbord, een baal hooi, enzovoort - dus Springtij is misschien nog niet zo'n gekke naam voor dit eh, eclectische lunchgerecht.
Bij ‘Broodje Strandjutter’ wordt het lastiger. Drijfhout, eindjes touw en lege shampooflacons zijn geen broodbeleg, dat kan het niet zijn. Misschien is de moderne strandjutter een gourmand die graag een omweg maakt voor de combinatie van ‘gerookte eend, emmentaler, oesterzwam, roze peperkorreltjes, preischeuten en frambozen-bramen-chutney’? Net als de ‘Schelpenvisser’, die zijn naam gaf aan een ‘warme Italiaanse bol uit de oven belegd met rauwe ham, plakjes peer, honing en Blue Stilton kaas’. Wel attent, trouwens, om te vermelden dat de stilton blauw is en de oven de bollen ook echt heeft verwarmd.
Veel gerechten gaan vergezeld van ‘een toefje ketchup’. Dat we niet denken dat we een plas, kwak of klodder krijgen.
Poëzie is voor grote mensen, de kinderen komen er een beetje bekaaid van af. Geen ‘in Ossewit goudgeel gebakken frites van nieuwe opperdoezers, een handgerolde croquette van mager kalfsvlees gepaneerd met broodkruim uit eigen keuken en een friszoete compote van biologische braeburn-appels met versgemalen Kameroen-kaneel’, maar gewoon ‘patat met kroket en appelmoes’.
In de rubriek ‘vegetarisch’ staat onder andere een ‘lauwwarme reuzentomaat’. De lauwwarme reuzentomaat. Wij lazen het en hadden direct sterk de neiging hem te bestellen. Niet om op te eten, maar om mee te nemen. En dan, thuisgekomen, tja... Zachtjes toespreken? Voederen?
De Lauwwarme Reuzentomaat. Zou hij in de fietstas passen?
Wij hebben het niet gedaan. Maar onze thuistaal heeft er een nieuw scheldwoord bij. Annex koosnaampje.
Jan Kuitenbrouwer