Van Aaf tot z
#voorbij
Bijna iedereen die twittert - communiceren met korte, snelle boodschapjes, noemde Beatrix het ooit in een kersttoespraak - doet het: hashtags verzinnen. Een hashtag, voor Twitternitwits, is eigenlijk een trefwoord. Zet je dat trefwoord achter je korte snelle boodschapje, dan komt dat boodschapje bij zoekopdrachten meteen naar boven drijven.
Wil je bijvoorbeeld dat mensen bij jouw tweet uitkomen als ze iets over bananen zoeken, dan zet je achter je boodschapje: #banaan. Zo ziet dat eruit op Twitter: ‘Net heerlijk gegeten #banaan.’
Tot zover niets aan de hand.
Maar de hashtag is een eigen leven gaan leiden. Dat kwam doordat iemand, ooit, een Twitterpionier dus, heeft bedacht dat het veel leuker is om heel uitzinnige of onzinnige hashtags te gebruiken. Hashtags die zó raar zijn dat niemand ze ooit als trefwoord in een zoekmenuutje zou intypen. Dus: #waaromzitiktochaltijdindezonzonderzonnebrand. Of: #moetooknietnaarknevelenvandenbrinkkijken. Of: #gekkemalleoma.
En daar ging het mis. Mensen die hun boodschapjes nog serieus eindigden met een legitieme hashtag - bijvoorbeeld #vakantie als ze iets over hun aankomende vakantie hadden getwitterd - werden plotsklaps de saaineusjes van Twitter. En een saaineus zijn, dat is het laatste wat twitteraars willen. Tenslotte zijn ze al die korte boodschapjes de hele tijd de wereld in aan het sturen omdat ze gezien willen worden - of eigenlijk: gelezen. Erkend, als leuk en origineel. En omdat ze gevolgd willen worden door zo veel mogelijk volgelingen - een belangrijk onderdeel van het hele gebeuren. En dan kom je er niet met keurige, duffe hashtags zoals #koffie, #doei of #heerlijk.
Maar. Zoals altijd met trends, ontstaat er nu een tegenbeweging. Een kennis van mij die fanatiek twittert (hij heeft ruim 14.000 volgers), vertelde me dat hij nooit een hashtag achter zijn spitsvondige zinnetjes zet, zo stom vindt hij de gekke malle hashtagmode. Ook bij andere intelligente twitteraars die ik volg, zie ik steeds minder hashtags, en al helemaal niet van die kolderieke.
De hashtag is, als je erover nadenkt, ook te veel een nadrukkelijke grap. Alsof je ‘haha’ achter je eigen mop zet. Of, erger, alsof je ‘dit is een mop’ achter je eigen mop zet. Dat komt door dat hekje. Waar dat eerst een komisch effect gaf, een signaal van ‘en nu komt er iets leuks’, is het hekje na verloop van tijd de functie gaan aannemen van opgewonden tromgeroffel dat eindigt in... een heel flauwe grap.
Het is dus voorbij voor de gekke malle hashtags. Voorspelt deze nontwitteraar. #hetwasevenleukmaarnunietmeer. Sorry, dat moest. Heel flauw. Ik zal het nooit meer doen.
Aaf Brandt Corstius