Horstlog
De kers op de taart
In het Nederlands bestaan veel vaste uitdrukkingen. Ik denk dan aan combinaties zoals een steuntje in de rug, één pot nat, het voor het zeggen hebben, om zeep helpen, zonder slag of stoot en bij nacht en ontij. Het zijn er verbazend veel, en we gebruiken ze ook dagelijks. Ik verzamel die dingen. Niet om ze compleet bij elkaar te hebben, want dat is onbegonnen werk. Wat mij interesseert, is hoe ze ontstaan. En misschien nog fascinerender: wanneer ze ontstaan zijn. Het ziet er namelijk naar uit dat de meeste opvallend jong zijn. En ze blijven intussen maar binnenstromen. Dat onze taal grossiert in dergelijke uitdrukkingen, is echt iets van de laatste paar eeuwen. Vijfhonderd jaar geleden hadden we dat niet, en dat terwijl het Nederlands toch al enkele eeuwen langer meegaat.
Dat is op zichzelf al curieus. En de kwestie wordt nog curieuzer als je weet dat het in omringende talen precies zo toegaat. Ook in het Engels, het Frans en het Duits heb je tegenwoordig een massa van die vaste uitdrukkingen, en ook daar zijn ze bijna allemaal betrekkelijk jong. Niemand schijnt te weten waar die trend vandaan komt.
Hoe ontstaat een vaste uitdrukking? Wat je dan weleens hoort beweren is dit: iemand zegt iets, en hij zegt het zó kernachtig dat zijn buurman het ook eens zo zegt, en zijn vrouw neemt het over, en haar vriendin doet haar na, die d'r man is leraar zodat straks ook vijftig leerlingen het overnemen, enzovoort. Kortom: een vaste uitdrukking moet groeien. Maar ik weet niet of dat klopt.
Neem nu ons een schot voor de boeg (‘waarschuwing’). Dat komt van een oude zeevaartgewoonte. Maar die gewoonte bestaat al vrij lang niet meer, en onze vaste uitdrukking is in de betekenis ‘waarschuwing’ nog geen honderd jaar oud. In het Engels is het met a shot across the bows precies zo gegaan. Het is dus zeker niet zo dat er in de tijd dat er nog voor boegen geschoten werd, al een uitdrukking een schot voor de boeg bestond. Die is van veel later datum. Iemand moet daarmee begonnen zijn, en die persoon werd meteen begrepen.
We kennen bijvoorbeeld ook een ballonnetje oplaten. Ook die moet al bij de eerste toepassing duidelijk geweest zijn, anders zou de buurman het niet overgenomen hebben.
Vorige week las ik een Engels boek, en door mijn verzamelneiging kijk ik ook naar Engelse vaste uitdrukkingen. Daar las ik over the parsley on the dish (letterlijk: ‘de peterselie op het gerecht’), en blijkens de context betekende het zoveel als onze kers op de taart. Ik dacht eerst dat de Engelsen ook zoiets hebben maar dan net een beetje anders dan wij. Tot ik op zoek ging in Engelse woordenboeken en ten slotte op het internet. Toen bleek dat het Engels die uitdrukking helemaal niet kent. Het is helemaal geen vaste uitdrukking in het Engels. De schrijver van mijn boek moet dat zelf verzonnen hebben. En toch, de combinatie heeft alles in zich om een vaste uitdrukking te zijn, en een beetje lezer zal het ook zo interpreteren. Alleen: die uitdrukking ‘bestaat’ niet.
Zelfde ervaring in een ander boek met to grasp this eel (letterlijk: ‘deze paling vastpakken’), wat zoveel betekende als ‘dit netelige probleem oplossen’. Mooi gezegd, maar niet een bestaande vaste uitdrukking.
Vaste uitdrukkingen kunnen blijkbaar, zodra ze uit het ei zijn, meteen al lopen.
Joop van der Horst