Beperkt treinverkeer mogelijk
Arie Snoek - Rotterdam
De eerste sneeuwvlokken waren in november nog niet gevallen of op het spoor ging weer van alles mis. En dus schalden er op het station weer mededelingen dat er ‘wegens een storing beperkt treinverkeer mogelijk was’.
Natuurlijk stoorde mij allereerst de strekking van die berichten, maar ook de formulering knarste, althans in mijn oren. Want hier ontbrak een woord als slechts. Volgens mij was er ‘sléchts beperkt treinverkeer mogelijk’. Zonder dat slechts krijgt de mededeling opeens iets tamelijk positiefs, waarschijnlijk doordat er dan meer nadruk ligt op het veelbelovende mogelijk. Als je hoort dat er ‘beperkt treinverkeer mogelijk is’, ben je geneigd dat op te vatten als: er was geen treinverkeer mogelijk, maar nu in beperkte mate weer wél.
Maar daar was dus geen sprake van. Er reden toen gewoon veel minder treinen dan normaal. Er was dus, zou je zeggen, slechts beperkt treinverkeer mogelijk. Maar waarom werd dat slechts (of alleen, of alleen maar) dan weggelaten?
Bij de spoorwegen heerst een taboe op taal die ook maar in de verte twijfel zou kunnen zaaien over de onfeilbaarheid van de organisatie. Dus worden woorden als slechts gemeden. Het woord vertraging zul je op stations ook nooit horen. Een trein die een kwartier vertraging heeft, heeft niet een kwartier vertraging maar ‘zal over een kwartier voor u vertrekken van spoor acht’.
En intussen staat de reiziger daar te blauwbekken - want er is gelukkig beperkt treinverkeer mogelijk.