Meervoudsvormen op -s
? Woorden als appel en wortel hebben twee meervoudsvormen. Is de uitgang -s ontstaan door invloed van het Engels?
! Nee, de meervoudsuitgang -s was al heel vroeg in het Nederlands aanwezig. Hij zit zelfs in het bekende Oudnederlandse zinnetje ‘Hebban olla uogala nestas bigunnan’: nestas is hier het meervoud van nest. Er zijn in de loop der eeuwen steeds meer woorden met een s-meervoud gekomen, maar dat heeft niets met het Engels te maken.
Of een woord een s- of een n-meervoud heeft, of allebei, is deels afhankelijk van zijn oorsprong: woorden uit andere talen hebben vaker een s-meervoud dan inheemse woorden. Maar ook ritme en klank zijn van belang. De slotlettergreep van appel en wortel is onbeklemtoond en bevat een toonloze e, en er bestaat in het Nederlands een neiging om te vermijden dat er meerdere van zulke lettergrepen direct achter elkaar staan aan het eind van een woord; het s-meervoud voorkomt dat.
Bovendien past de s in de uitspraak goed achter de letters -el én is hij beter hoorbaar dan de uitgang -en; daardoor lijken appels en wortels beter in het Nederlandse klanksysteem te passen dan appelen en wortelen. Maar het is nooit helemaal te voorspellen: zo is mosselen nog altijd veel gewoner dan mossels.
Overigens zijn er meer factoren die de keuze tussen -s en -en beïnvloeden. Een uitgebreid artikel hierover is ‘De meervoudsvorming in het Nederlands’ van C.B. van Haeringen uit 1947, dat via de website www.dbnl.org te raadplegen is.