Horstlog
Deutsche Sprachwelt
Deutsche Sprachwelt is zo'n tijdschrift waarin iedereen het met elkaar eens is. Alle artikelen hebben ongeveer dezelfde strekking, en daardoor doet het soms denken aan de Wachttoren of het Pijprokers nieuwsblad, dat de firma Niemeyer vroeger uitgaf. Ik vermoed dat de redactie, voorzover ze niet zelf de kolommen vult, enkel gelijkgezinden aan het woord laat.
De uitgedragen mening is duidelijk genoeg, namelijk dat het niet goed gaat met de Duitse taal, en dat daar iets aan gedaan moet worden. Het grootste probleem is de toevloed van Engelse woorden. Maar ook de uitspraak van het Duits op radio en televisie laat veel te wensen over, de spelling is niet in orde, net zomin als het onderwijs, en te veel wetenschappelijke onderzoekers publiceren in het Engels.
Maar er gloort licht. Op 18 januari 2007 is, mede door toedoen van voormannen en -vrouwen van Deutsche Sprachwelt, de ‘Neue Fruchtbringende Gesellschaft’ opgericht. Dat is de wederopstanding van de oude Fruchtbringende Gesellschaft, een taalacademie naar Italiaans en Frans model, opgericht te Weimar in 1617, maar na een kleine honderd jaar ter ziele gegaan. De Nieuwe Vruchtbrengende Maatschappij is gevestigd in Köthen, in het Vorst Ludwighuis, Schlossplatz 5. Grote verwachtingen heeft men van die organisatie, maar het is me niet duidelijk waar die op gebaseerd zijn. Ondertussen doet natuurlijk ook Deutsche Sprachwelt zijn werk, naast diverse gelijkaardige verenigingen en organisaties.
De grote saaiheid van een blad vol bijdragen die allemaal dezelfde kant op wijzen, verhindert niet dat af en toe een artikel heel informatief is. Zo staat er in het voorbije winternummer een leerrijk stuk over de halfslachtige politiek van de Europese Unie tegenover het Duits (‘Kein Europa ohne Deutsch’), en een ander over de strubbelingen om het Duits in de grondwet te doen opnemen. Ik bedoel: men behoeft het over de voorgestelde oplossingen niet eens te zijn om toch waardering te hebben voor een zaakrijk overzicht. In Onze Taal worden we met deze thema's niet verwend. Daar staat wel tegenover dat in Onze Taal veel en genuanceerd verteld wordt over de taal zelf, terwijl voor Deutsche Sprachwelt de Duitse taal een gegeven lijkt te zijn waar verder geen woorden aan verspild hoeven te worden; het gaat er slechts om dat die taal ‘verdedigd’ wordt, en dat het ‘goede’ gebruik, waarover ook geen twijfel bestaat, verbreid wordt. Plus natuurlijk dat het Engels bestreden moet worden.
Het Duitse taalgebied is erg in de weer met zijn taal. Dat blijkt onder andere uit de stroom titels die er zoal besproken worden, zoals Sprache, wohin? (Johannes Dornseiff), Deutsch raus - Englisch rein. Vom Abdanken einer grossen Kultursprache (Dieter Föhr), Winken, wank, gewunken? (Gerhard von Harscher) en Trichter ohne Denglisch (Rudolf Erler), om ons tot de meest recente publicaties te beperken. Het komt me voor dat de bezorgdheid om de eigen taal in Duitsland een beetje groter is dan in Nederland, en twee beetjes groter dan in Vlaanderen.
Joop van der Horst