| |
| |
| |
Kommst du gut klar mit ihm?
Valse vrienden tussen Duits en Nederlands
Hans Beelen
Carl von Ossietzky Universität Oldenburg
Het Duits is makkelijk, zijn wij Nederlanders geneigd te denken. Als je het met een Duitser over appels, kippen of bromberen hebt, dan zeg je gewoon ‘Apfel’, ‘Kipf’ of ‘Brombeer’. Als het meezit, pakt de gok goed uit, maar vaak ook gaat het mis. Dan gebruik je per ongeluk een onzinwoord. Of erger: een woord dat eigenlijk iets héél anders betekent. Over het glibberige pad van valse vriendschappen.
Illustratie: Hein de Kort
Voor velen zal de herinnering een gruwel zijn: het schoolboekje Schwere Wörter, waarmee vele generaties scholieren allerlei vergezochte Duitse woorden in hun hoofd moesten stampen, zoals emsig (‘naarstig’), flehentlich (‘vurig’) en Hauch (‘waas’).
De titel van dit gevreesde idioomboekje heeft het Nederlands verrijkt met een uitdrukking die nog steeds populair is, maar die een betekenis heeft aangenomen die de oorspronkelijke lading slechts ten dele dekt. Schwere Wörter zijn niet langer meer ‘moeilijke woorden’ of ‘de woordenschat van het gelijknamige idioomboekje’, maar zogenoemde ‘valse vrienden’. Of zoals H.M. Hermkens in zijn boek Verzorgd Nederlands (1974) zegt, met een illustratief voorbeeld: ‘Bij de zgn. schwere Wörter is een mechanische vertaling fout. Het Duitse kaufen is gelijk aan ons kopen, maar het Duitse laufen is niet hetzelfde als ons lopen.’
| |
■ Ziemlich doof
Al in 1886 wijst J. Leopold in het voorwoord van het leerboekje Nederlandsch-Hoogduitsche klank- en zinverwante woorden enigszins onheilspellend op de ‘schier tallooze struikelblokken, die de Nederlander bij de beoefening der Duitsche taal op zijn weg vindt’. En dat die ‘struikelblokken’ na ruim een eeuw nog altijd niet uit de weg geruimd zijn, bleek uit het vorig jaar verschenen Contrastief woordenboek Nederlands-Duits met ‘duizenden lexicologische valstrikken waarmee Nederlandstaligen die Duits leren, geconfronteerd worden omdat de beide talen zo verwant zijn’.
Valse vrienden komen voor bij alle talen die met elkaar verwant zijn. Van oudsher staat het Duits bij uitstek bekend om de talloze valkuilen die het herbergt voor Nederlanders. Iedere Nederlander die met Duitsers omgaat, krijgt er vroeg of laat mee te maken. Schrijfster Sylvia Witteman bijvoorbeeld, die een paar jaar terug over haar verhuizing naar Berlijn schreef:
Een week na aankomst ging ik met mijn dochtertje naar de oorarts, en verklaarde Sie ist ziemlich doof, und es wird immer schlimmer. De bevreemde reactie van de dokter begreep ik pas veel later, toen ik er met vertraagd schaamrood achterkwam dat doof stomvervelend betekent. Vervolgens bestelde ik bij een groothandel vier Dosen bier, die wel degelijk gebracht werden: vier blikjes dus, van 60 cent per stuk, plus 10 euro bezorgkosten. In een warenhuis vroeg ik naar een Po, u weet wel, für Kinder, zum Pinkeln. Maar Po betekent kont, helaas. Bij het zoeken naar een geschikte woning was ik verheugd dat alle huurwoningen een Herd und Spüle hadden, chique! Een open haard en afwasmachine! Dat bleken dus een fornuis en gootsteen.
(de Volkskrant, 16 juli 2005)
| |
■ Ick bin satt
Hoe zijn al die gevreesde Duits-Nederlandse valse vrienden ontstaan? Nederlands en Duits zijn zustertalen en hebben talrijke woorden van gemeenschappelijke afkomst. Omdat betekenissen zijn gaan verschuiven, hebben veel verwante woorden zich ontwikkeld tot valse vrienden. Een voorbeeld is het paar tuin en Zaun, twee woorden met dezelfde herkomst. Zaun betekent ‘schutting, omheining’, en dit is ook de oorspronkelijke betekenis. In het Standaardnederlands is de nadruk komen te liggen op het stuk grond binnen de omheining (zo ook in het Engelse town).
Een vergelijkbaar verwarrend voorbeeld is slim, waarvan de Germaanse oervorm ‘scheef, schuin, krom’ betekende. Hieruit ontwikkelde zich een negatieve betekenis die we nog steeds aantreffen in het Duitse schlimm (‘Das ist sehr schlimm’ betekent ‘dat is heel erg’). In het Nederlands was slim ooit ook negatief van betekenis, maar tegen- | |
| |
woordig is het vooral een compliment: ‘intelligent, schrander, pienter’.
Ook zat en satt zijn in betekenis gaan verschillen: zat is in Nederland een nogal informeel woord voor ‘dronken’, maar ‘Ich bin satt’ is in Duitsland een keurige manier om te zeggen dat je genoeg hebt gegeten. De overeenkomst zit 'm in het element van verzadiging.
| |
■ Uiteengegroeid
De twee talen zijn dus uiteengegroeid. Ook gemeenschappelijke leenwoorden zijn hun eigen weg gegaan. Beide talen hebben het woord tafel ontleend aan het Latijnse tabula, maar wat een Nederlander een ‘tafel’ noemt, heet in het Duits veelal een ‘Tisch’ (verwant met het Nederlandse dis). Het Duitse Tafel duidt een schoolbord aan (an die Tafel schreiben) of een reep (eine Tafel Schokolade). En om de verwarring compleet te maken: Tafelfreuden, een populaire naam voor eethuisjes, betekent simpelweg ‘tafelgeneugten’.
Daarnaast zijn valse vrienden ontstaan doordat de vormen van verschillende woorden zijn samengevallen. Heel toevallig is ons woord mist in Duitsland ook een woord, alleen betekent het iets heel anders, namelijk ‘mest’. Bij dichte mist spreken we in het Duits van ‘Nebel’. En een Nederlandse ‘brombeer’ is iets anders dan een Duitse, want dat laatste betekent ‘braambes’.
| |
■ Dichtklappen
Het is ook wel begrijpelijk dat Nederlanders soms wat overmoedig worden met hun Duits. Hele reeksen van klanken en woorden kunnen vaak in een handomdraai worden omgezet. Zo correspondeert de Nederlandse p heel vaak met de Duitse pf: paal/Pfahl, appel/Apfel en plicht/Pflicht. Als je zo'n klankwet eenmaal hebt ontdekt, pas je die bij het spreken van de vreemde taal natuurlijk vanzelf toe bij het vormen van onbekende woorden. Vaak gaat het goed, maar het kan ook misgaan. Dan wordt van een kip een ‘Kipf’ gemaakt, terwijl het in het Duits Huhn moet zijn (of Hähnchen). De fouten die door zulke vergissingen ontstaan, waarbij de eigen taal als het ware dus te veel doorklinkt in de vreemde taal, staan in de taalkunde bekend als ‘interferentie’ of ‘negatieve transfer’.
Sommige mensen zijn dermate op hun hoede voor dergelijke fouten dat ze juist daardoor fouten maken. Dan aarzelen ze om Noordzee gewoon met Nordsee te vertalen, want hoe zat het ook alweer met Meer en See? (Het Duitse Meer betekent ‘zee’, en het Duitse See meestal ‘meer’.) Dit verschijnsel staat bekend als homoniemenvrees. De taalgelijkenis leidt tot onzekerheid, die zó groot kan worden dat mensen zelfs helemaal dichtklappen.
| |
■ Lieve buurman
Ook Duitstaligen die onze taal spreken, moeten goed letten op ‘falsche Freunde’. Vooral als een Duits woord in het Nederlands uiteenlopende vertalingen heeft, kan het misgaan. Het woord Opfer is afhankelijk van de betekenis een ‘offer’ of een ‘slachtoffer’. In die laatste betekenis slaat een Duitser dus de plank mis als hij over een ‘offer’ spreekt. Een Hochschule kan zowel een hogeschool als een universiteit zijn. Het woord Sprache komt meestal overeen met taal (die niederländische Sprache), maar soms ook met spraak (Sprachverwirrung). Een Rundfahrt door de grachten is een rondvaart, maar het kan ook ‘rondrit met de bus’ betekenen. Frisch kan niet altijd worden vertaald met fris: frische Luft is wel frisse lucht, maar frisches Brot vertaal je als vers brood, en frisch verheiratet als pasgetrouwd.
Soms leiden dit soort foutjes tot echte misverstanden: Lieber Nachbar als aanhef van een briefje is niet lieve buurman, maar beste buurman. We zien hier dat de misverstanden van twee kanten kunnen komen. De correcte Duitse vorm Lieber Nachbar kan door de Nederlandstalige lezer/luisteraar verkeerd worden geïnterpreteerd, of de Duitstalige spreker/schrijver produceert de incorrecte vorm lieve buurman, die in de doeltaal tot verwarring leidt.
| |
■ Verraderlijk
Soms wordt het snel duidelijk dat een gelijkluidend woord in het Duits iets anders moet betekenen dan in het Nederlands. Dat zijn de zogeheten ‘complete valse vrienden’. Voorbeelden zijn Enkel (‘kleinkind’), bellen (‘blaffen’) en popeln (‘in je neus peuteren’). Deze valse vrienden hebben geen of weinig betekenisoverlap en zeker in een zinsverband zullen Nederlanders niet snel denken dat er daadwerkelijk enkel, bellen en popelen is bedoeld. De misverstanden die dit soort woorden wekken, zijn veelal van korte duur en kunnen een bron van vermaak zijn. ‘Kommst du gut klar mit ihm?’ betekent in het Nederlands: ‘Kun je goed met hem opschieten?’
Maar er zijn ook zogenoemde ‘gedeeltelijke valse vrienden’. Daarvan is de klankvorm hetzelfde, terwijl de betekenis gedeeltelijk identiek, gedeeltelijk anders is. Neem de woorden Stuhl en Bank. Die worden gebruikt voor ‘kale’ zitmeubels, maar zodra ze bekleed zijn, spreekt de Duitser van een ‘Sessel’ dan wel een ‘Sofa’ (of een ‘Couch’). Ook het Nederlandse hard heeft verschillende equivalenten in het Duits: een hard gekookt eitje is ein hart gekochtes Ei, maar harde muziek is laute Musik, als het hard regent, regent het ‘kräftig’, en we rijden ‘zu schnell’.
Iets soortgelijks gebeurt met lekker. Het eten is ‘lecker’, maar we zitten ‘bequem’ en het water is ‘angenehm’ koud. De gedeeltelijke valse vrienden zijn minder duidelijk herkenbaar dan de complete valse vrienden, en juist daarom verraderlijker.
Gedeeltelijk of niet, die valse vrienden dwingen je om je goed in het Duits te verdiepen. Of, zoals het in Schwere Wörter staat: ‘Präge dir diese Wörter genau ein.’
| |
Beruchte valse vrienden
Hoe vertaal je het Nederlandse als in het Duits? Niet met als, wel met wenn of wie. Het Duitse als betekent ‘toen’. Hier enkele befaamde struikelblokken.
Uit het Nederlands vertaald |
Uit het Duits vertaald |
als ‘wenn, wie’ |
als ‘toen’ |
deftig ‘vornehm’ |
deftig ‘copieus’ |
durven ‘sichtrauen’ |
dürfen ‘mogen’ |
enkel ‘Knöchel’ |
Enkel ‘kleinkind’ |
leren ‘lernen’ |
lehren ‘onderwijzen’ |
meer ‘der See’ (soms: ‘das Meer’) |
Meer ‘zee’, soms ‘meer’ |
zee ‘das Meer’ (of: ‘die See’) |
See ‘meer’ of ‘zee’ |
mogen ‘dürfen’ |
mögen ‘lusten, aardig vinden’ |
raar ‘sonderbar’ |
rar ‘zeldzaam’ |
slim ‘schlau’ |
schlimm ‘erg’ |
tapijt ‘Teppich’ |
Tapete ‘behang’ |
verzoeken ‘bitten’ |
versuchen ‘proberen’ |
wie ‘wer’ |
wie ‘hoe’ |
|
|