Onze Taal en het Duits
Redactie Onze Taal
Onze Taal dankt zijn bestaan oorspronkelijk aan het Duits- beter: aan de afkeer van germanismen die eind negentiende eeuw, begin twintigste eeuw in Nederland heerste. In 1931 besloot journalist C.K. Elout met enkele geestverwanten dat er een dam moest worden opgeworpen tegen deze ‘hinderlijke insluipsels’. Zij richtten het Genootschap Onze Taal op, met als boegbeeld de Raad van Deskundigen, die bestond uit befaamde hoogleraren Nederlandse taal- en letterkunde. Die raad publiceerde in Onze Taal maandelijks lijsten met verwerpelijke germanismen, en goed Nederlandse alternatieven daarvoor. Stekker mocht bijvoorbeeld niet; dat moest contactstop zijn.
Na de Tweede Wereldoorlog bleken veel van die germanismen probleemloos onderdeel te zijn geworden van de Nederlandse woordenschat - niet alleen stekker, maar ook andere gewraakte woorden, zoals liefdesbrief en rauwkost. En van de alternatieven (minnebrief rauwe kost) werd steeds minder vernomen.
In de jaren vijftig sloeg Onze Taal een andere weg in. Vóórschrijven ging geleidelijk over in béschrijven. Taal laat zich niet dwingen en de taalgebruiker ook niet, zo was de overtuiging die steeds meer terrein won.