| |
| |
| |
Een IT-specialist op Paaseiland
Nederlander publiceert een studie over een geheimzinnig schrift
Marc van Oostendorp
Het schrift van de cultuur van Paaseiland is nog steeds onleesbaar. Onlangs publiceerde de Nederlandse informatie-analist Mary de Laat een boek waarin hij naar eigen zeggen de sleutel voor het schrift biedt. Hoe ging De Laat te werk? Hoe geloofwaardig zijn zijn bevindingen? En waarom heeft hij nog geen eredoctoraat gekregen?
‘Het is me gelukt!’, riep Jean-François Champollion (1790-1832), en hij werd bevangen door een katzwijm waarin hij volgens de overlevering vijf dagen zou blijven liggen. Die emoties waren begrijpelijk: de Franse geleerde had zojuist na jarenlang puzzelen de sleutel gevonden om de Egyptische hiërogliefen te ontcijferen. Sinds de zeventiende eeuw hadden vooraanstaande wetenschappers zich het hoofd gebroken over de betekenis van die geheimzinnige symbolen op obelisken en in piramides - Champollion was de eerste die met recht kon beweren dat hij kon lezen wat er stond.
Sindsdien hebben tal van romantische zielen met een aanleg voor de puzzel en het mysterie geprobeerd het voorbeeld van Champollion na te volgen. Sommige schriftsystemen werden daadwerkelijk gekraakt, voor andere bestaat nog steeds geen verklaring die iedereen tevredenstelt. Verspreid over de hele wereld zitten op dit moment waarschijnlijk tientallen mensen achter een computerscherm waarop vergrotingen staan van in steen of hout gekraste symbolen uit een verdwenen beschaving.
Een van de bekendste voorbeelden van een onontcijferd schrift is het zogenoemde ‘rongorongo’ van Paaseiland. In het midden van de negentiende eeuw maakten slavenhandel en door westerlingen meegebrachte ziektes definitief een einde aan de traditionele cultuur van dit kleine eiland in de Stille Oceaan. Sindsdien is er niemand meer die de houten tabletten kan lezen die er zijn teruggevonden. Wel zijn er inmiddels enkele tientallen pogingen gewaagd. De Nederlandse informatie-analist Mary de Laat publiceerde onlangs een boek waarin hij zijn eigen ingenieuze ontsleuteling uit de doeken doet: Words out of Wood (‘Woorden uit hout’).
| |
Paaseiland
Paaseiland (ook wel Rapa Nui genaamd) is een eiland in het zuidoosten van de Stille Oceaan dat tegenwoordig onder Chileens bestuur valt. Het op Paaszondag 1722 door de Nederlander Jacob Roggeveen ontdekte eiland is vooral bekend door de gigantische torso's die er staan. De betekenisvan dietorso's (moai) is nooit helemaal duidelijk geworden en is daarmee een bron van speculatie.
Toen Roggeveen op het eiland aankwam, woonden er ongeveer drieduizend mensen - net zo veel als heden ten dage. Aangenomen wordt echter dat de cultuur van Paaseiland een of twee eeuwen voor die tijd op haar hoogtepunt was, en dat het eiland toen misschien wel vijftienduizend inwoners had. Volgens de Amerikaanse ecoloog James Diamond raakte de eiland-elite toen in een fatale prestigestrijd verwikkeld. Clans boden tegen elkaar op in de constructie van steeds meer en steeds grotere moai. Op die manier raakten de natuurlijke bronnen uitgeput: op grote schaal werd bijvoorbeeld hout gekapt om de moai over boomstammen te kunnen verplaatsen. Ziekte en hongersnood, en daarmee een teloorgang van de cultuur en een groot deel van de bevolking, waren het gevolg.
| |
■ Geniale theorie
Als hij streng wetenschappelijke geesten meteen voor zich had willen winnen, had De Laat een andere eerste zin moeten kiezen. Hij legt in een autobiografisch voorwoord uit dat een boek van de controversiële auteur Erich von Däniken hem op het spoor van het rongorongo zette. In een van de werken van deze schrijver - die vooral bekend werd door zijn theorie dat prehistorische culturen werden geleid door buitenaardse wezens - vond de jonge De Laat een plaatje van een rongorongotablet. Volgens het onderschrift had niemand die teksten nog ontcijferd.
De Laat raakte gefascineerd door het schrift, dat doet denken aan de Egyptische hiërogliefen, met tekentjes die lijken op bijvoorbeeld een visje of een ster. Hij was teleurgesteld toen hij enkele jaren later las dat het raadsel in 1950 was opgelost door de Duitse etnoloog Thomas Barthel. Rond het jaar 2000 ontdekte hij echter een website waarop werd uitgelegd dat Barthels oplossing allesbehalve oncontroversieel was. Sindsdien besteedde De Laat een groot deel van zijn vrije tijd aan het vinden van ‘een oplossing die de toets der wetenschappelijkheid zou kunnen doorstaan’, zoals hij het zelf noemt.
Dat lijkt het verhaal van een zonderling die op zijn zolderkamertje na tien- | |
| |
tallen jaren van worstelen in volkomen eenzaamheid een krankjoreme theorie heeft ontworpen die in tegenspraak is met iedere wetenschappelijke norm. Maar de gedachtengang die De Laat in zijn boek naar voren brengt, wekt die indruk helemaal niet.
Illustratie: Rhonald Blommestijn
| |
■ Alledaagse taal
Volgens Thomas Barthel en sommige andere onderzoekers was het rongorongo geen volwaardig schrift, maar een geheugensteuntje dat priesters en andere leden van de eiland-elite hadden ontwikkeld om bijvoorbeeld heilige teksten te kunnen onthouden. Voor de belangrijkste begrippen in een zin werden tekeningetjes gemaakt. Dit alles gebeurde misschien nadat men de Spaanse kolonialisten had zien schrijven. Het rongorongo lijkt niet op enig bekend schrift, en er zijn in de wereldgeschiedenis geen andere gevallen bekend van volkeren die binnen enkele eeuwen een geheel eigen schriftsysteem bedachten.
De Laat stelt daartegenover dat je het rongorongo als een gewoon schrift kunt lezen, dat wel degelijk hele zinnen in alledaagse taal weergeeft. Hij denkt dat dit zelfs de taal is die nu nog steeds op het eiland gesproken wordt, het Rapanui. Het aantal echt verschillende symbolen van het rongorongo is, volgens De Laat, niet veel groter dan zestig. Dat zijn er te weinig om als woordenschat te kunnen dienen, en te veel voor een gewoon alfabet. In plaats daarvan geeft volgens de Nederlander elk symbool een lettergreep weer. Hij rekent voor dat het aantal lettergrepen in het moderne Rapanui inderdaad rond de zestig ligt. Vervolgens plaatst hij de tekeningen in een tabel, waarbij iedere lettergreep met een tekentje correspondeert.
| |
■ Weinig spectaculair
Daarna neemt De Laat uitgebreid de proef op de som. Hij neemt drie van de grotere tekstplankjes die er van het rongorongo zijn overgebleven, vervangt alle tekentjes door de corresponderende lettergrepen en laat zien dat er zo een tekst ontstaat die met enige kennis van het Rapanui begrepen kan worden.
Dat zijn geen teksten waarin de goden tot ons spreken of waarin anderszins een diepere waarheid wordt onthuld. Een ervan gaat over een twistgesprek tussen een moordenaar en de familie van zijn slachtoffer. Verder is er een eigenaardig verhaal over een man die zijn vrienden uit de doden opwekt maar als dank alleen een berg klachten krijgt over hoe slecht hun lichamen nu functioneren, en ten slotte een verslag van een gevecht tussen een groep vrouwen en een man met het boze oog. Dat klinkt allemaal heel plausibel, vooral omdat het zo weinig spectaculair is. Een gek bedenkt niet zoiets gewoons.
Iets anders wat De Laats theorie gunstig onderscheidt van veel huiskamerideetjes is dat die toetsbaar is: wanneer blijkt dat andere tabletten helemaal niet op deze manier gelezen kunnen worden, liefst door andere onderzoekers dan De Laat zelf, zal de theorie aan de kant geschoven moeten worden. Het probleem van veel voorgestelde lezingen is juist dat ze immuun zijn voor alle kritiek.
| |
■ Toevallig
Wel ontbreken er in De Laats boek een aantal zaken die zijn werk op een wetenschappelijk niveau zouden brengen. Zo zegt hij nagenoeg niets over de vele alternatieve ontcijferingen die er inmiddels voorhanden zijn en legt hij nergens uit hoe hij precies tot zijn lijst van correspondenties tussen lettergrepen en symbolen gekomen is. Daar komt nog bij dat De Laat naar eigen zeggen geen Rapanui spreekt. Hij heeft gebruikgemaakt van grammatica's en woordenboeken om zijn vertalingen te produceren.
| |
| |
Een van de tabletten met ‘rongorongo’-schrift van Paaseiland. Links: de transcriptie met vertaling van het opgelichte fragment.
In: M. de Laat, Words out of Wood, 2009
(Vertaling: Wij weten dat je een goede vriend bent! Maar we zullen ons daarheen terug haasten! Daar zullen we andere wezens zijn! Zullen die andere wezens mij aanvallen?)
Ook verantwoordt hij niet waarom hij precies deze drie teksten heeft gekozen om te vertalen, van de circa twintig tabletten die zijn overgeleverd. Waren dit toevallig de enige die werkten en zouden we bij de overige teksten onzin krijgen als we de methode toepasten? De Laat laat het aan zijn lezer over om daarachter te komen.
Op internet is inmiddels enige discussie te vinden over De Laats werk. Dat gebeurt met name op de Engelstalige Wikipedia-pagina die geheel gewijd is aan ontcijferingspogingen van het rongorongo - of beter gezegd op de discussiepagina die aan deze Wikipediapagina is gehangen. Sommige deelnemers aan het debat vinden De Laats methode te weinig wetenschappelijk. Anderen wijzen erop dat het er niet toe doet op welke manier je tot de waarheid komt - het gaat om het uiteindelijke resultaat. En ze proberen aan te tonen dat andere rongorongo-teksten inderdaad volgens De Laats methode kunnen worden ontcijferd.
| |
Jean-François Champollion en de Steen van Rosetta
Jean-François Champollion (1790-1832) ontcijferde het hiërogliefenschrift door de zogenoemde Steen van Rosetta te bestuderen. Deze steen was in 1799 in Egypte ontdekt door een officier in het leger van Napoleon. Hij bleek duidelijk eenzelfde tekst te bevatten in drie talen: het Egyptisch in hiërogliefenschrift, het Grieks, en een derde taal, het zogenoemde Demotisch. Doordat de steen op tamelijk willekeurige plaatsen was afgebroken, was het nog niet gemakkelijk om een een-op-eenrelatie te leggen tussen het Grieks en de hiërogliefen. Over het algemeen werd aangenomen dat een hiëroglief stond voor een woord, maar dit was een dwaalspoor. De Engelsman Thomas Young (1773-1829) stelde vast dat je sommige eigennamen, zoals Ptolemaeus, in de hiërogliefen terug kon vinden als je lette op de klankwaarde in plaats van op de betekenis - een beetje zoals je in sms-taal wacht schrijft als w8. Young dacht nog dat dit alleen gold voor (vreemde) eigennamen, maar Champollion liet zien dat je het hiërogliefenschrift pas kon lezen als je aannam dat het helemaal op klank geschreven was.
| |
■ Bommenwerper
Ontcijferingspogingen zijn vaker het werk van liefhebbers. Zeker in de huidige tijd worden universitair onderzoekers steeds meer gedwongen regelmatig te publiceren, en zijn ze dus minder geneigd om langdurige projecten op zich te nemen waarvan de uitkomst volkomen onzeker is.
Het meest spectaculaire voorbeeld van een twintigste-eeuwse amateur was waarschijnlijk de jonggestorven Engelse architect Michael Ventris (1922-1956), die in de jaren vijftig onomstotelijk aantoonde dat het zogenoemde Lineair B, een schrift dat op scherven op Kreta was aangetroffen, een heel oude vorm van Grieks was (gesproken rond de veertiende eeuw voor Christus). Ventris was als jongetje al bijzonder geïnteresseerd in talen. Op zesjarige leeftijd had hij bijvoorbeeld zichzelf Pools geleerd. Toen hij veertien was, bezocht hij een lezing van een vooraanstaand archeoloog, Sir Arthur Evans, die vertelde over de geheimzinnige beschaving van Kreta en het onontcijferde schrift dat daarbij hoorde.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende Ventris op een bommenwerper en later studeerde hij architectuur, maar hij zou zijn vrije tijd voor een groot deel opofferen aan zijn pogingen om het Lineair B te ontcijferen. Toen hij dertig was, kondigde hij aan dat het hem gelukt was. De erkenning hiervoor kwam snel: hij kreeg onder andere eredoctoraten van de Universiteit van Londen en
| |
| |
de Universiteit van Uppsala. Lang kon Ventris niet van zijn succes genieten: vier jaar later kwam hij bij een autoongeluk om het leven.
| |
■ Opwindende mogelijkheid
De Laats boek is een paar maanden geleden verschenen, maar eredoctoraten zijn hem er nog niet voor uitgereikt. Waar ligt dat aan? Het zou kunnen dat zijn beweringen allemaal onzin zijn - ook ik spreek geen Rapanui en kan De Laats beweringen dus moeilijk controleren. Het is ook moeilijk om in Nederland iemand te vinden die die taal wel beheerst - moeilijker waarschijnlijk dan om iemand te vinden die Grieks spreekt en daarmee Ventris' theorie kan begrijpen.
Maar dat laat tegelijkertijd de mogelijkheid open dat De Laats idee juist is, en alleen geen weerklank vindt door de relatieve bescheidenheid van de auteur - op het internet lijkt hij zich bijvoorbeeld niet te manifesteren - gecombineerd met de weinig degelijke manier waarop hij zijn bevindingen presenteert. Enkele jaren geleden verscheen er een theorie over het rongorongo van Konstantin Pozdniakov, de directeur van de Russische Academie voor Wetenschappen in Sint-Petersburg. Zijn recentste analyse, die veel meer aandacht kreeg, is op enkele punten in overeenstemming met De Laats ideeën. Pozdniakov baseert zich vooral op een statistische analyse van de tekst met behulp van een computer: de verdeling van de symbolen lijkt heel erg op de verdeling van letters in een tekst die geschreven zijn in een syllabisch alfabet. Aan de andere kant worden ook Pozdniakovs argumenten door sommige taalgeleerden met verstand van statistiek van de hand gewezen.
Het laatste woord over het rongorongo is nog niet gezegd. Maar misschien is dat voor Mary de Laat ook niet nodig. Zijn werk aan de ontcijfering van het rongorongo lijkt hem vooral veel plezier te hebben gegeven. Dat blijkt onder andere uit het motto dat hij zijn boek heeft meegegeven. Het komt van de Amerikaanse regisseur en acteur Orson Welles: ‘Een einzelgänger kan zijn eigen weg gaan, maar hij denkt niet dat dit de enige weg is of zelfs niet dat het de beste is behalve misschien voor hemzelf.’
M. de Laat. Words out of Wood. Proposals for the Decipherment of the Easter Island Script. Delft, Eburon, 2009.
ISBN 978 90 5972 283 5
|
|