De ij is één letter
J.W. van Wingen
In de mei-aflevering van de rubriek ‘Hom of kuit’ komt de vraag aan de orde of de Nederlandse ij voortaan beter als één letter gezien kan worden. Hieruit zou misschien de indruk kunnen ontstaan dat het hier een open kwestie betreft. Dat is echter niet zo, want in 1993 publiceerde het ministerie van Binnenlandse Zaken het handboek Normen voor de elektronische uitwisseling van persoonsgegevens, Deel 5, Tekensets. Daarin bevindt zich Bijlage 2, ‘Regels voor het gebruik van de ij’ (zie hieronder). Deze zijn het resultaat van een discussie in de Nederlandse Commissie Codering van Schrifttekens, die toen ook fungeerde als normcommissie van het Nederlands Normalisatie-Instituut. Op voorstel van de vertegenwoordiger van de Sociale Verzekeringsbank is toen besloten de ij altijd als twéé letters te coderen. Deze afspraak is later ook verankerd in de Nederlandse Norm NEN 1888, ‘Algemene Persoonsgegevens, Definities, tekensets en uitwisselingsformats’, waarin het gebruik van de ij als een enkele letter is verboden.
Overigens is de lijst van alle letters, vereist voor het Nederlands, vastgelegd in de Europese norm ETSI ES 202 130 uit 2003. Het is helaas nog steeds zo dat in taalkringen het bestaan van normen en standaarden (Nederlands, Europees of internationaal) veelal wordt genegeerd. Maar de software-industrie, die internationaal is, houdt zich er strikt aan en maakt aldus invoering van ‘aardige ideetjes’ technisch onmogelijk. Internationale standaarden veranderen is buitengewoon moeilijk en dat is maar goed ook, want met de gevolgen ervan zijn enorme bedragen gemoeid.
‘In verticaal geschreven woorden staat IJ horizontaal, als ware het een enkele letter.’ Maar in de praktijk niet altijd.
Foto: Onze Taal