| |
Reacties
Onze Taal biedt aan elke lezer de mogelijkheid tot reageren. Stuur uw reactie indien mogelijk per e-mail naar: redactie@onzetaal.nl, of anders naar: Redactie Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. Voor bijdragen aan deze rubriek gelden de volgende richtlijnen:
• | Formuleer uw reactie kort en bondig (bij voorkeur niet meer dan 250 woorden). |
• | Geef in de tekst duidelijk aan op welk artikel u reageert. |
• | Stel uw bijdrage zodanig op dat de lezer niet wordt verplicht een vorig nummer erbij te halen. |
• | Lever uw reactie in onder vermelding van naam, adres en (eventueel) functie. De redactie kan inkortingen en stilistische veranderingen aanbrengen in reacties, en raadpleegt bij belangrijke wijzigingen de auteur. Reacties kunnen doorgaans pas worden geplaatst twee maanden na het nummer waarop u reageert. Niet geplaatste reacties worden doorgestuurd naar de auteur van het desbetreffende artikel. |
| |
Nieuwnederlands
Hendrik Maryns - Tübingen
Even wipte mijn hart blij op, toen ik in de juni-aflevering van Nicoline van der Sijs' rubriek ‘Etymologica’ in de daarin opgenomen voorbeeldlemma's over snor en tosti de afkorting Nnl. zag staan. Als Vlaming zijn mij de in de lemma's genoemde betekenissen weliswaar bekend, maar enkel als iets wat in het Noorden, door mijn Nederlandse vrienden of in boeken van Nederlandse schrijvers, gebruikt wordt. Ik interpreteerde de afkorting Nnl. dan ook als ‘Noord-Nederlands’, en begon te hopen dat de woordenboekmakers eindelijk een inhaalbeweging waren begonnen om niet alleen woorden die enkel in Vlaanderen worden gebruikt van het label Belg. te voorzien, maar ook woorden die enkel in Nederland worden gebruikt als zodanig te markeren. Groot was dan ook mijn ontgoocheling toen ik in de bijbehorende kadertekst zag dat met de af-korting niet ‘Noord-Nederlands’ maar ‘Nieuwnederlands’ bedoeld was. Misschien is het nog niet te laat om dit verzuim goed te maken?
| |
Ford Ka
Hans Lenting - Tilburg
Erwin Wijman geeft bij zijn artikel over autonamen (‘Van 7-serie tot Picanto’, Onze Taal april) een overzicht van ‘dierenautonamen’. Hierin staat dat de Ford Ka is genoemd naar de kauw, een soort kraai. Vervolgens stelt Richard Keijzer in de rubriek ‘Reacties’ in nummer 7/8 dat Ka een fonetische weergave van het woord car is. Maar in de Duitse Wikipedia wordt uitvoerig uit de doeken gedaan waar de typenaam Ka vandaan komt. Ka is een Egyptisch woord, dat verwijst naar een deel van de ziel. In Duitsland werd de auto ook daarom aangeprezen als ‘Auto mit Seele’.
| |
Naschrift redactie
We kregen nog meer brieven waarin de herkomst van de typenaam Ka werd verklaard. Zo suggereerde een lezer dat de auto genoemd is naar de slang Kaa uit The Jungle Book, het beroemde boek van de Brit Rudyard Kipling (1865-1936). Een telefoontje naar Ford Nederland leerde echter dat de verklaring van Hans Lenting de enige juiste is.
| |
Dialectgrappen [1]: Kerkraads
Kevin Knauer - Amsterdam
De winnares van de Onze Taal-studentenprijsvraag, Lijntje Pronk, analyseert in haar winnende bijdrage over dialectgrappen (‘Komt een Limburger in Amsterdam...’, Onze Taaljuli/augustus) ook een mop over een man uit Kerkrade die een dagje naar Amsterdam gaat. ‘Moet je wiet?’, wordt hem daar gevraagd, waarop de man uit Kerkrade antwoordt: ‘Neij, vief menute
| |
| |
loupe.’ De grap is dat wiet in het Kerkraads ‘ver’ betekent. Maar de Limburger was waarschijnlijk niet in Kerkrade opgegroeid. Als Ripuarisch dialect verschilt het Kerkraads tamelijk veel van de meeste andere Limburgse dialecten en een echte ‘Kirchröadsjer’ had dan ook als volgt geantwoord: ‘Nè, vunnef menütte lofe.’
| |
Dialectgrappen [2]: Fries
Erika Schillemans-Alkema - Vlissingen
Zoals Lijntje Pronk in haar artikel ‘Komt een Limburger in Amsterdam...’ (Onze Taal juli/augustus) al zegt: het Fries is een taal en geen dialect. En zoals de meeste talen heeft het een eigen spelling. In het artikel staat dat de Friese boer in de bekende Sonnema-reclame zegt: ‘Ik zei nog zo: it ken net’, maar in goed Fries is dat ‘Ik sei nog sa: it kin net.’ En met de laatste zin in het artikel ‘...echt onnette moppen in een net taalblad, “dat ken net”’, bedoelt u uiteraard ‘dot kin net’.
| |
Dialectgrappen [3]: Brabants
Gerard Goedhard - Wapserveen
Met veel plezier las ik het artikel van Lijntje Pronk over dialectgrappen in het juli/augustusnummer. Het deed me denken aan de volgende mop, die ik u niet wil onthouden.
Twee Brabanders zitten bij de McDonald's. Zegt de een: ‘Zeg, lette ge eigenlijk wellus op oe cholesterol?’ Zegt de ander: ‘Jazeker wel, as 'k op de wc zit.’ ‘Agge op de wc zit?’ ‘Ja, dan zit ik op de wc, kek een bietje om me heen, zie gin closetpapier en denk dan: goh, leste rol...’
| |
Dialectgrappen [4]: piel
Maartje Luccioni - Montfermeil (Frankrijk)
Een kleine anekdote ter aanvulling op Lijntje Pronks artikel over dialectgrappen (Onze Taal juli/augustus).
‘Dokter! Oe het de piel oetstaan!’
Foto: Brilkever.nl
Voor de oorlog hadden auto's richtingaanwijzers in de vorm van oranje lichtgevende armpjes, die omhoogfloepten als je binnen in de auto op een knop drukte. Je moest er dan wel aan denken om het uitstaande wijzertje ook weer omlaag te doen als je goed en wel van richting was veranderd. Mijn opa, huisarts, reed eens rond ergens in het oosten van het land, toen een gedienstige boer hem toeriep: ‘Dokter! Oe het de piel oetstaan!’ U kunt u voorstellen dat deze behulpzame kreet meteen familiegeschiedenis is geworden.
| |
Gaan [1]: Surinaams
Oscar Franse - Rijnsaterwoude
Margot Kraaikamp verdiende een eervolle vermelding in de Onze Taal-studentenprijsvraag met haar artikel ‘Dat gaat anders worden!’, over gaan als hulpwerkwoord van de toekomende tijd (Onze Taal juli/augustus). Dat gebruik van gaan ken ik uit Suriname.
Ik ben via moederszijde van Surinaamse afkomst en kom derhalve van jongs af aan in dat mooie land. Al 55 jaar geleden hoorde ik daar zinsconstructies als ‘Ik ga gaan’ en ‘Ik ga jou een lekker biertje zetten.’ Het lijkt mij dus niet onmogelijk dat het gebruik van het werkwoord gaan als hulpwerkwoord geïntroduceerd is door de Surinamers die naar Nederland zijn gekomen.
| |
Gaan [2]: Vlaams
Jan Bosmans - Antwerpen
Terecht stipt Margot Kraaikamp in haar artikel ‘Dat gaat anders worden!’ (Onze Taal juli/augustus) aan dat het hulpwerkwoord gaan als synoniem van zullen in Vlaanderen vaker wordt gebruikt dan in Nederland. In Oost-Vlaanderen komt daar een interessant fenomeen bij: daar wordt dit hulpwerkwoord vaak verdubbeld. Een uitdrukking als ‘Ik ga gaan eten’ (meestal uitgesproken als ‘'k Gaan gaan eten’) is daar heel normaal. Aangezien gaan in Vlaanderen ook gebruikt wordt als synoniem van lopen of vertrekken, hoor je soms de bizarre combinatie ‘'k Gaan gaan gaan’ (‘ik sta op het punt te vertrekken’).
| |
Gaan [3]: Frans
Jan Dijkema - Nolay (Frankrijk)
Het aardige artikel van Margot Kraaikamp over het werkwoord gaan maakte me bewust van wat er hier in de Bourgogne gebeurt. Het Frans kent immers de futur, en heeft voor de toekomende tijd dus geen hulpwerkwoorden van node. Althans, dat zou je denken. De volgende voorbeelden doen anders vermoeden.
De winkelier, in zijn zaak op zoek naar het door mij gewenste, zei vroeger ‘Nous verrons.’ Nu hoor ik ‘Nous allons voir.’ Op de terrassen riepen alle obers je vroeger toe: ‘J'arrive.’ Tegenwoordig zeggen ze ‘Je vais arriver’ (om vervolgens weg te lopen). Wanneer ik buiten de luiken aan het schilderen ben, vraagt de buurman of het lukken wil. Ik antwoord hem met ‘Ah! Ça ira, ça ira.’ Fout. Hier en nu is het: ‘Ça va aller.’ De volmaakte pendant van het gaan gaan uit Margot Kraaikamps artikel.
| |
Wiel, waal [1]: Wielewaal
Kees Godvliet - Rotterdam
De juli/augustusaflevering van Riemer Reinsma's rubriek ‘Namen op de kaart’ gaat over binnendijks gelegen meertjes die zijn ontstaan uit kwelwater of na een dijkdoorbraak. Afhankelijk van waar je bent, heten die ‘waal’, ‘weel’ of ‘wiel’. In Rotterdam doet zich de opmerkelijke situatie voor, zo schrijft Reinsma, dat er op een kilometer afstand van elkaar twee van die meertjes zijn, waarvan de ene De Waal heet en de andere De Wiel. Wat hij niet vermeldt, is de naam van het tussenliggende buurtje: de Wielewaal.
De Waal: traag meanderend?
Foto: Wikimedia
| |
Wiel, waal [2]: traag meanderen
Maartje Luccioni - Montfermeil (Frankrijk)
Riemer Reinsma omschrijft in de juli/augustusaflevering van zijn rubriek ‘Namen op de kaart’ de rivier de Waal als ‘een traag meanderende tak van de Rijn’. De omschrijving ‘meanderend’ voor deze brede, machtige rivier is aanvechtbaar maar vergeeflijk, maar dat ‘traag’ gaat me te ver. Gaat u maar eens kijken. De diepst geladen rijnaken worden met grote vaart stroomafwaarts gesleurd, en stroomopwaarts is het vechten, meter na meter, dat is duidelijk te zien. Ik heb het meegemaakt dat het schip waarop ik meevoer van Nijmegen naar Rotterdam door de krachtige stroming niet in staat was in Gorinchem aan te leggen, dus dat ‘traag’ had wel weg gekund.
|
|