Spaan
Jonge denkers
Als het woord neuken in het geding komt, spitsen de columnisten hun oren. Bert Wagendorp van de Volkskrant had in zijn eigen dagblad een interview gelezen met jonge denkers die hun gedachten hadden laten gaan over Geert Wilders en hoe hem te bestrijden. Een van de jonge denkers was tot de slotsom gekomen dat links Wilders moest ‘terugneuken’.
Wagendorp constateerde in zijn column van maandag 15 juni dat de term afkomstig is van het internet. GeenStijl was de schuld, geloof ik. Een reaguurder van de Volkskrant noemde de site Sargasso.
Eerder heb ik op deze plek gewezen op een belangrijke functie van Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal, door menig kind voor het eerst gehanteerd om het woordje neuken op te zoeken. Dan vindt het, zelfs in de laatste druk uit 2005, als eerste betekenis: ‘stompen, stoten’, met als voorbeeld ‘iemand in het water neuken’.
Terugneuken is dus ‘terugstompen’ en als zodanig allang bekend.
Mij had in dat bewuste interview een andere term getroffen: jonge denkers. Dit is, denk ik, een schoolvoorbeeld van innerlijke tegenspraak.
We keren even terug naar Van Dale. Volgens hem is een denker ‘iem. die stelselmatig over geestelijke (m.n. wijsgerige) problemen nadenkt, vooral iem. die de uitkomsten daarvan openbaar maakt’, synoniem: filosoof, en als voorbeeld: ‘een groot denker’.
Vooral door dat ‘stelselmatig’ is een denker voor mij geen jongen of meisje. Maar misschien is er een verschuiving gaande en vinden we tegenwoordig de denkers onder jongeren. Er gebeuren wel meer gekke dingen tenslotte.
Zijn Merijn Oudenampsen, Catherine de Vries en Teun van de Keuken denkers, zoals de Volkskrant denkt? De eerste is socioloog, de tweede politicoloog. Er zijn mensen die volhouden dat bij het studeren van dat soort vakken intelligentie alleen maar in de weg zit.
Is Teun van de Keuken een denker? Op de vraag: ‘Is Schopenhauer een denker?’ ben ik geneigd bevestigend te antwoorden. Waarom? Omdat ik teksten van hem heb gelezen. Van Teun van de Keuken heb ik dat ook. Er is sprake van een zeker niveauverschil tussen zijn columnpjes in Het Parool en het werk van Schopenhauer. Maar is het genoeg om hier zomaar de conclusie te mogen trekken dat Teun van de Keuken geen denker is? Mag ik Teun van de Keuken dat aandoen? Zijn stukjes zijn dodelijk saai, maar is het werk van sommige gereputeerde denkers dat ook niet?
Teun van de Keuken heeft mij, samen met Gijs Groenteman, eens geïnterviewd voor de zender Het Gesprek. Gelukkig hebben dus zeer weinig mensen het gezien. Halverwege het gesprek kregen de jonge denkers de slappe lach. Het ging over mijn haar. Ze lachten zich een hoedje. Ik was in verlegenheid gebracht. Niet door mijn haar, dat ken ik wel, maar door het stompzinnige gegiechel tegenover me van twee jongens, net van school leek het, maar toch al dik in de dertig, voor wie een uurtje te lang was om de concentratie vast te houden. Teun van de Keuken maakte op mij toen niet de indruk een denker te zijn. Wel kon ik grappige rijmpjes op zijn achternaam bedenken.
Voor wie moet lachen om het woord neuken: onlangs heb ik een tochtje gemaakt over een Schotse landtong bij Edinburgh. Ik reed van de East Neuk naar de West Neuk.
Henk Spaan