Iktionaire
Het probleem van de oplossing
Een zoemwoord van deze tijd is transparantie. Gebrek aan doorzichtigheid wordt als een probleem gezien, op allerlei gebied. De financiën van het koningshuis moeten ‘transparanter’, de aanbesteding van overheidsopdrachten moet ‘transparanter’, het beleid van de ECB moet ‘transparanter’, de Rabo-wielerploeg moet ‘transparanter’. Het wiki-principe is in opmars, omdat het ‘transparant’ is.
Ondoorzichtigheid is pas een probleem als je ergens doorheen wilt kijken, en je wilt pas door iets heen kijken als je de zaak niet vertrouwt. Transparantie is een ander woord voor wantrouwen. De belangrijkste niet-gouvernementele organisatie voor de bestrijding van corruptie heet Transparency International. En dan lees je: ‘Op het gebied van transparantie is in Zimbabwe nog veel werk te verzetten.’
Je kunt het woord transparantie vervangen door corruptie zonder dat de zin verandert. Dokters doen dat ook: ‘Ik moet nog even langs die drievoudige bypass op zeven.’ De remedie heeft de plaats ingenomen van de kwaal.
In politiek taalgebruik kom je het vaker tegen. Het begint met een probleem. De kiezer zit ergens mee en zou graag zien dat de politiek dat oplost. De ongelijke verhoudingen tussen man en vrouw, ik noem maar iets. Vrouwen willen dezelfde rechten als mannen. Dat heet ‘emancipatie’. Politici gaan voor ‘emancipatie’ zorgen. Ze bedenken ‘emancipatiebeleid’, maatregelen ter bevordering van de gelijkheid der seksen. Dat valt nog niet mee, de ene politicus wil dit, de andere politicus wil dat, en de vrouwen zelf zijn ook niet eensgezind over de beste aanpak. Zo ontstaat ‘het probleem van de emancipatie’, de ‘emancipatieproblematiek’. Terwijl emancipatie de óplossing was - het probleem was de ongelijkheid der seksen. De kiezer praat over corruptie, de politiek praat over transparantie.
Twee landen voeren oorlog, de internationale gemeenschap probeert er een einde aan te maken, zodat er weer vrede komt. Het lukt niet, de oorlog gaat door, maar vanaf dat moment heet hij ‘vredesproces’.
Met de integratie zie je hetzelfde. Politici praten over het ‘integratieprobleem’. Terwijl integratie de oplossing was. Segregatie - dát was het probleem.
- | Zeg, politicus, ga je nog wat doen aan die k*tjochies? |
- | Jazeker, we werken aan een integratienota. |
- | Ik heb het niet over integratie, ik heb het over k*tjochies. |
- | Ja nee, dat is hetzelfde. |
De Amerikaanse politieke consultant Frank Luntz legt in zijn boek Words That Work uit dat politici met zulk taalgebruik kiezers verspelen. Als een politicus spreekt in termen van beleid, ‘dan is de weerzin bij het publiek opvallend hoog’, schrijft Luntz; ‘heb je het over de uitkomst van dat programma, dan is de reactie veel positiever.’
42% van de Amerikanen vindt dat er te veel geld wordt uitgegeven aan ‘welfare’, 23% vindt het juist te weinig. Vraag je mensen daarentegen of de Amerikaanse overheid te weinig geld uitgeeft aan ‘armoedebestrijding’, dan zegt 68% ‘ja’ en 7% ‘nee’. 51% van het publiek is bereid extra belasting te betalen voor ‘meer wetshandhaving’; vervang die term door ‘bestrijding van de toenemende misdaad’ en de score schiet omhoog naar 68%.
De kiezer vraagt om een oplossing van het probleem, de politiek worstelt met het probleem van de oplossing.
Jan Kuitenbrouwer