■ Rivierdal
Als je weet dat in het woord demer het Keltische woord voor ‘water’ zit verscholen, dan is het duidelijk waaraan de Belgische Demer-rivier zijn naam dankt, maar hoe zit dat met de Eindhovense Demer? Wat heeft die met water te maken? Ook daar is ooit, lang voor de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog, een riviertje geweest. Te bewijzen valt het allang niet meer, maar de dialectoloog A. Weijnen verzekert in zijn boekje Praegermaanse elementen van de Nederlandse toponiemen en hydroniemen (1958) dat hij foto's van opgravingen heeft gezien, waarop vlak naast de Demer (de straat dus) veen te zien was, met een balkenlaag erdoorheen. Het moet daar dus heel moerassig geweest zijn, en daaruit maakt Weijnen op dat hier een rivierdal moet zijn geweest. En we kunnen er dus gerust van uitgaan dat ook de Eindhovense straatnaam is ontleend aan het Keltisch.
Er zijn twee andere straten met de naam Demer die zeker aantoonbaar verband houden met een waterloop. C.P.J. Hoeckx weet in Straatnamen van Huijbergen en hun herkomst over de Demerstraat in Huijbergen alleen te melden dat die genoemd is naar een boerderij, de Demerhoeve, maar Weijnen meldt dat er op een kaart van de Gemeenteatlas van Kuyper (1868) een rivier ‘Deemer’ ingetekend staat, niet ver buiten Huijbergen. Verder is er in Heusden een straat met de naam Demer, waarnaast een gelijknamige waterloop ligt. Hierover meldt Weijnen dat hij in Heusden persoonlijk heeft geconstateerd ‘dat het een vaak stinkend watertje is’. De taalgeleerde moet hier met dichtgeknepen neus zijn veldwerk verricht hebben. Het detail is trouwens niet zonder belang, want deze Demer (het watertje dus) zal, net als de Belgische en de Eindhovense Demer, dat ‘donker’ in zijn naam (‘donker water’) te danken hebben aan de zwarte, rottende, turfachtige substantie die het water meevoerde.