Iktionaire
Nederdutch
Geachte redactie,
Als geloofsvol lezer van uw prachtige maandelijks vraag ik uw aandacht voor het volgende. De manier waarop steeds meer mensen hun Nederlands contamineren met Engels is een bloedige schaamte! Ik verzeker u, mensen reprimanderen om hun taalgebruik ligt niet in mijn natuur, maar het begint uit de hand te raken, dus ik voel dat het mijn plicht is als burger om uit te spreken. Al dat Engels, het begint een koninklijke pijn in de nek te worden. En dan zwijg ik nog over de anglicismen.
In het eerste nummer van de nieuwe vrije krant DAG las ik juist een kolom van iemand die het heeft over gadgets die ‘kont schoppen’. Heilige poep!, denk ik dan, zijn er nog mensen die hun moedertaal commanderen? Ik bedoel, iemand die zoiets schrijft is toch buiten zijn geest? Maar bewaar, deze linguïstieke landverrader is niet alleen! Jonge mensen spreken heel de tijd zo, nutendaags. In de krant, de andere dag, stond een artikel over Gretta Duisenberg, de weduwe van onze verscheiden nationalebankpresident Wim Duisenberg. Er werd een beschrijving van haar persoonlijkheid gegeven en daarin stond onder andere: ‘Small talk is niet haar ding.’ Wat de hel is dát!? Iemand die zo'n frase aan het papier committeert is toch van zijn schommelstoel? Die is toch al z'n knikkers kwijt? Zeker kun je toch op z'n minst proberen de schijn van logica een béétje op te houden? Deze arme graspol had evengoed kunnen schrijven: ‘Kleinpraat is not her thing’! Ik bedoel: doe het dan helemáál in het Engels! Of beter steeds: gebruik gewoon Diets! Dat heb je toch niet voor de kat z'n snorharen geleerd? Maar nee hoor, neuk de taal, denken ze, neuk de regels, want regels zuigen. Als de boodschap maar aan de overkant komt.
Zoals jongsters tot elkaar spreken tegenwoordig! ‘Bij de weg’, zeggen ze dan, ‘kroegkruipen is niet echt mijn kopje thee, maar ik geef het een schot. Zie je later, krokodil!’ En dat is dan dus niet tong-in-wang bedoeld hoor, of een of andere vorm van binnenkant-humor, geen manier, het is hun normale, elke dag vernaculair!
‘Neem het gemakkelijk, ouwe,’ zeggen ze dan, ‘dat is gewoon miks en metsj. Kut en peest.’
Het spijt me, maar ik vind dat dus echt ridiculeus. Want wat is er te worden van onze propere taal?
‘Ontspan man,’ zeggen ze dan, ‘neem een koeltablet. Taal is een levend ding, weet je?’
Er is geen ontkennen dat, punt goed genomen, dat moet ik ze geven, maar ook levende organismen kunnen op een zeker punt natuurlijk in een monstrositeit verdraaien. Ook zag ik recentelijk een aankondiging van een boek genaamd Brekend nieuws, over zogenoemde ‘translaties’. Dat is toch de limiet? Als wij hier nu geen stop op stellen, gaat onze gekoesterde nationale taal aan het einde van de dag voor altijd door de afvoer. En dan kunnen we ook onze cultuur vaarwel zoenen.
Zo vandaar dat ik deze rode vlag hijs.
Red onze geboortetong!
Dat is alles voor nu, ik heb mijn stuk gezegd.
Oprecht,
drs. Just Wierd,
Nederlands-leraar te Bathmen (Ov.)
Jan Kuitenbrouwer