Spaan
Irritatie
Waar was ik nou laatst dat ze vroegen: ‘Spaart u onze punten?’? En waarom word ik daar agressief van? Ik wil nooit meer naar die winkel toe.
‘Ik haat sparen’, zei ik. Caissières snappen er niets van.
‘Hebt u een bonuskaart?’ Je mag het niet zeggen, het is straattaal van het laagste allooi, in de meeste straten hoor je het dan ook nooit, maar wat je op de lippen brandt is de aansporing dat Albert Heijn wat jou betreft de bonuskaart in zijn reet mag steken. Let wel: ik zég het dus niet, ik denk het alleen.
Dat het zo ver met je komt dat je de wegenwacht moet bellen als je weer eens met een lege tank aan de kant van de snelweg staat omdat je zo opziet tegen de vraag of je zegels spaart. Dat er mensen bestaan, waarschijnlijk de meerderheid van de bevolking, die bepaalde tankstations overslaan omdat daar die week géén bepaalde voordeelactie is. Ik weet vrij zeker dat dit dezelfde mensen zijn die tijdens het laatste referendum tegen Europa hebben gestemd. Zo veel verschil is er niet tussen Wilders en Marijnissen: ‘typisch Nederlands’ is wat hen bindt.
Ik wil nu graag het heilloze pad van de politiek verlaten om een vorm van geritualiseerde lichaamstaal te bespreken die mijn agressie al evenzeer wekt als de bonuskaart van Albert Heijn. Het gaat om vormen van lichaamstaal in de horeca waarbij ik mijn handen nauwelijks kan thuishouden. In geen land ter wereld behalve hier komen sommige obers op hun hurken het menu van de dag doorgeven, dan wel de bestelling opnemen. Ik heb zelfs weleens een voluit knielende man aan mijn tafeltje gehad. Het is toch niet gek dat je zo iemand wilt slaan? Wat is het voor een ongepaste intimiteit? Afgezien van de belachelijke houding komt zo'n man of vrouw veel te dicht op je. Als ik érgens niet van gediend ben, is het een toevallige aanraking door een onbekende ober.
Op een sterke tweede plaats in de eeuwige ranglijst van irritaties komt de ober die de wijn laat proeven. Ongetwijfeld leren ze dit op school. De ober ontkurkt de wijn, veegt met serveerdoek of servet de flessenhals schoon en ruikt aan de kurk. Tot zover niets aan de hand. Dan komt het: alvorens de wijn ter keuring in te schenken, vaak zo weinig dat je nauwelijks kunt proeven, laat hij het etiket zien, MET DE ANDERE HAND OP ZIJN RUG. Waarom? Wat is de functie? Waarom zou een ober bij het laten keuren van de wijn één hand verstoppen?
Ik hoop dat iemand het kan uitleggen. Niet met als argument ‘dat het nu eenmaal zo hoort’, want daarin geloven we niet.
Tot slot het mooiste woord van deze maand. Het is Duits. Ik las het op de site van Voetbal International: Wundertüte. Een van de voetballers van Werder Bremen noemde de Braziliaan Ronaldinho een ‘Wundertüte’: een zak vol plezierige verrassingen. Zo veel poëzie verwacht je van een Duitse verdediger niet.
Henk Spaan