■ Postbus 51
De overtuigingskracht van beweringen is een van de oudste onderwerpen van onderzoek in de westerse wetenschap: de Griekse wijsgeer Aristoteles dacht er al over na. Toch zijn er allerlei zaken nog niet bekend; hoe verschillende culturen argumenten beoordelen, is bijvoorbeeld nog nauwelijks bestudeerd. Hornikx' onderzoek voorziet in een deel van die leemte.
Er worden doorgaans vier hoofd-soorten argumenten van elkaar onderscheiden. Het argument van oom Herman heet ‘anekdotisch’, dat van de 267 proefpersonen ‘statistisch’, en dat van professor Klassen een ‘autoriteitsargument’. Het vierde type is ‘oorzakelijk’: je beweert dat alcohol in het bloed komt en zo de maag en het evenwichtsorgaan aantast, en daarmee maak je het verband tussen drankconsumptie en misselijkheid aannemelijker. Voor schrijvers is het nuttig om te weten welke argumenten het best aanslaan bij hun publiek. Wie een brochure moet schrijven over bijvoorbeeld de effecten van alcohol, heeft waarschijnlijk een arsenaal aan argumenten tot zijn beschikking, die niet allemaal in de tekst verwerkt kunnen worden. Dan is het volgens Hornikx zaak om de trefzekerste argumenten te kiezen.
Jos Hornikx onderzocht hoe in verschillende culturen argumenten voor stellingen worden beoordeeld.
Foto: Jos Hornikx
Hornikx' belangstelling ging vooral uit naar het autoriteitsargument. Hoe vaak wordt dat argument precies gebruikt? Om dat te weten te komen verzamelde hij zowel in Nederland als in Frankrijk een groot aantal folders die als doel hadden de mening of het gedrag van de lezer te beïnvloeden. In Nederland ging het bijvoorbeeld om overheidsbrochures van Postbus 51, maar ook om informatiemateriaal van ideële instellingen als Amnesty International. Er bleek inderdaad verschil te zijn tussen de twee landen: de Nederlandse schrijvers verwezen zo goed als nooit naar autoriteiten, terwijl hun Franse collega's dat wel af en toe deden.