Spaan
Bleekveld
Henk Spaan
In het weekend van 14 oktober 2006 bezochten meer dan tienduizend mensen het kastanjefeest van Beynat, een of ander gat in de Corrèze, een departement van de Limousin, in Frankrijk. Nog nooit had het kastanjefeest zo veel publiek gezien. De lokale krant La Montagne trok de conclusie dat dit mensen waren die naar het verleden verlangden. Ik denk dat het gecompliceerder ligt.
Zoals ik hier in oktober al betoogde, ontstaat in heel Europa een zucht naar ‘identiteit’, vermoedelijk als reactie op de vermeende globalisering en op het centralisme van de Europese Unie. Dit leidt bijvoorbeeld tot het herontdekken van oude woorden. Bij het NCRV-radioprogramma Plein 5 was november ‘De maand van het vergeten woord’. En op televisie zag ik mensen pleiten voor de terugkeer van vergeten groenten (het moet niet gekker worden) als pastinaak, kardoen en Chinese kool. De eerste twee woorden mogen terug: ze vormen beslist een verrijking. Kardoen is nog lekker ook, van een zacht bittere smaak, heerlijk in combinatie met gestoofd lamsvlees.
Ook mag het woord slof terugkomen in de zin van ‘een slof aardbeien’. Mijn vader kwam vroeger soms binnen met een van een van zijn leerlingen, een tuinderskind, cadeau gekregen slof aardbeien, een hele mand vol. Dat was juichen in huize Spaan.
Aan het woord mangel heb ik geen behoefte meer, evenmin als aan snip, een geldwoord dat slechts een korte duurzaamheid kende voordat het verdween met de komst van de euro.
Bessenappel bestaat ook niet meer en het is de vraag of we het missen. Voor mij was het een eindexamenvraag: ‘Wat dronk het gezin uit De avonden op oudejaarsavond?’ Viezigheid, dacht ik.
Ook aan het woord knots hecht ik niet. De ijsboer van Sierkan verkocht een groot blok zwartebessenwaterijs op een stokje. Het was een knots. Hetzelfde woord duidde een grote glazen knikker aan. Het is van schoonheid gespeend.
Nu kom ik op twee woorden waarvan ik de herontdekking op esthetische gronden zou toejuichen. Het eerste is bewaarschool, vroeger gebruikt voor kleuter- dan wel kakschool. Bewaarschool is veelzeggender en mooier dan peuterspeelzaal of crèche. Dit woord moet eigenlijk gewoon terug, desnoods bij kracht van wet.
Het tweede woord dient geen doel meer. Ik wil het slechts hebben genoemd uit eerbetoon voor een verloren juweeltje, een uit de taalketting gevallen parel.
Bleekveld.
Wij hadden vroeger thuis een bleekveld. Nog zie ik mijn moeder na het doen van de was de lakens uitspreiden op een grasveldje, stenen op de punten om het opwaaien te verhinderen. Dat was ons bleekveld.
Het woord hoeft niet terug, maar het verdient het om hier een bescheiden comeback te vieren door eenvoudigweg een paar keer opgeschreven te zijn. Het is groen en het bleekt.
Een bleekveld is een bleekveld is een bleekveld, een bleekveld.