Vaste waarde
Dat tomtom inmiddels een vaste waarde is in de Nederlandse taal, blijkt ook als je even op tomtom of tomtommetje googelt. Deze vorm wordt vaak aangetroffen op het internet en dan gebruikt als woord, en hij verwijst lang niet altijd naar een autonavigator van het merk TomTom. Zo was er begin 2006 commotie over een bekeuring die een autobestuurder in december 2005 had gekregen, omdat hij een ‘TomTom’ op zijn voorruit zou hebben bevestigd. In reactie op het nieuwsbericht in het Algemeen Dagblad daalde de beurskoers van TomTom met bijna 10 procent. Dat was extra zuur voor de aandeelhouders van TomTom, omdat het niet een navigator van TomTom was, maar een wegwijskastje van de concurrent Navman (Het Financieele Dagblad, 11-1-2006). Tomtom lijkt dus behoorlijk op weg om in te burgeren ter aanduiding van navigators in het algemeen. Zelfs zó dat op een zeilvaartsite een scheepsnavigator van het merk Lowrance al een ‘nautisch tomtommetje’ genoemd wordt.
Rijden is navigeren geworden, maar dat navigeren wordt steeds vaker ‘tomtommen’ genoemd, een werkwoord dat keurig volgens de Nederlandse werkwoordregels wordt vervoegd: ‘ik tomtom, jij tomtomt, wij hebben getomtomd’. Ook tomtommer is inmiddels een gewoon woord geworden: iemand die niet meer kaartleest, maar die zich van A naar B laat leiden door zijn tomtommetje. Of deze ontwikkeling bevorderlijk is voor de kunst van het kaartlezen en de wereldoriëntatie in het algemeen, is zeer de vraag, maar voor onze woordenschat betekent de populariteit van TomTom een verrijking.