| |
| |
| |
Titanenstrijd of titaantjes?
‘Frames’ in verkiezingstaal
Jaap de Jong
Aanrechtsubsidie, bejaardenbelasting, regelrutter. Politici vangen elkaar vliegen af met beeldende typeringen en nieuwe woorden. En ze gebruiken ‘frames’: gedachtenconstructies die de ideeën van de tegenstander in een ongunstig daglicht stellen. Hoe gaat dat allemaal in zijn werk? Over de curieuze talige oogst van de jongste Algemene Politieke Beschouwingen.
Dat de Republikeinen de laatste jaren de Amerikaanse verkiezingen hebben gewonnen, had niet alleen te maken met de terreurdreiging en het law-and-order-karakter van deze partij. De Republikeinen bleken vooral de techniek van ‘framing’, van het beïnvloeden van het perspectief op een zaak, beter te beheersen dan de Democraten. Wat houdt framing in?
De taalkundige George Lakoff beschrijft wat er gebeurt als republikeinen de uitdrukking tax relief (‘belastingverlichting’) gebruiken. Het woord verlichting roept een ‘frame’ op, een conceptuele structuur in ons denken, waarin in dit geval een onschuldige met wie we ons identificeren op een of andere manier wordt geschaad door een schurk. Verlichting is daarbij het wegnemen van die schade door een held. Toegepast op de belastingen levert dit reddingsscenario het volgende structuurtje op: belasting heffen is de misdaad, de belastingbetaler het slachtoffer en de voorstander van belasting heffen de schurk. En - u begrijpt het al - de Republikeinen die voor belastingverlichting pleiten, zijn in dit schema de helden.
Elke keer dat de aanhangers van Bush het over ‘tax relief’ hadden, werd deze visie (belasting is schade en ‘belastingverlichters’ zijn helden) versterkt. En zelfs als de uitdrukking ontkend wordt (‘Belastingverlichting schaadt de economie’), wortelt dit concept zich dieper in de geest van de kiezers, zo luidt de analyse van Lakoff. Het enige antwoord dat hij ziet is ‘reframing’. En dat gaat niet van de ene op de andere dag. Als Republikeinen belasting al decennialang hebben afgeschilderd als last, en oneerlijke straf, dan duurt het weer vele jaren om belasting te koppelen aan verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid, gemeenschapszin, solidariteit en eerlijk delen.
Het vergt ‘herbedrading van de hersens’. Zolang een frame intact blijft, zullen tegenstrijdige feiten en waarheden niet beklijven bij het publiek.
| |
Zoet en zuur
Ook in de Nederlandse politiek is dit verschijnsel allang bekend. Minister-president Balkenende ijkte begin 2005 de uitdrukking eerst het zuur en dan het zoet. De burgers moesten eerst de zware tijden ten gevolge van kabinetsmaatregelen doorstaan om vervolgens de goede vruchten van dat verantwoorde beleid te kunnen plukken. Door talrijke herhalingen van dit thema kon hij bij kritiek op zijn beleid gemakkelijk verwijzen naar de tijdelijkheid van de nadelen en de belofte van verbeteringen. Daarmee verschafte hij zichzelf en zijn achterban een stevig en goed onthoudbaar frame.
De reframing-activiteiten van de oppositie lieten niet lang op zich wachten. In de Algemene Politieke Beschouwingen van 2005 deed SP-leider Jan Marijnissen degelijk sloperswerk: ‘Op de eerste plaats: dat zuur van u was vooral bitter. Met bitterheid hebben de mensen het over zich heen moeten laten komen, en ze zijn er zelf ook bitter van geworden. Op de tweede plaats: uw zure bitterheid wordt niet tenietgedaan door het zogenaamde “zoet” dat u nu in zeer beperkte mate beschikbaar hebt. Het gaat vooral om zoethoudertjes.’ En onlangs deed hij het nog eens dunnetjes over, in Nova van 19 september: ‘Drie jaar zuur, twee maanden zoet. De verhouding is zoek.’
Ook PvdA-fractievoorzitter Wouter Bos deed tijdens de Algemene Beschouwingen dit jaar een duit in dit zakje: ‘Na het zuur zou eindelijk het zoet komen. Dat is de grootste gebroken belofte van dit kabinet, want voor de meeste mensen en vooral de midden-inkomens waar de heer Verhagen altijd voor op zegt te komen, staat het zoet van 2006 en 2007 in geen verhouding tot het zuur van de jaren daarvoor. Gezinnen hebben de afgelopen jaren bijna negen miljard ingeleverd en krijgen nu een kleine twee miljard terug. Dat is niet zoet, dat is bitter.’
| |
Werk in uitvoering
In de Troonrede liet de minister-president de koningin natuurlijk niet het al te gepolitiseerde zoet-zuur-frame benutten. In deze traditioneel bleke rede werden omzichtiger metaforen gekozen, voornamelijk ontleend aan de bouwwereld. Hoe ging deze vorm van framing in zijn werk?
| |
| |
Nadat al in de eerste zin gewezen is op de nieuwe ‘inrichting’ van de Ridderzaal, krijgen we achtereenvolgens verschillende bouwbeelden (in de citaten door mij gecursiveerd), die niet toevallig gekoppeld zijn aan louter positieve zaken. Allereerst een begroting ‘die een solide brug slaat naar de komende jaren’, ‘de fundamenten van een levendige buurt, een bloeiende stad, een sterk land’ en ‘Ook komende generaties moeten de kans krijgen in Nederland een goed leven op te bouwen.’ ‘Er is de afgelopen jaren een stevige basis gelegd waarop in de toekomst kan worden voortgebouwd. (...) Zo wordt 2007 een jaar waarin Nederland verder bouwt aan een goede toekomst.’ Oud-CDA-voorman Brinkman, tegenwoordig voorzitter van het Algemeen Verbond Bouwbedrijf, zal tevreden zijn geweest.
Zelfs van deze weinig prikkelende en clichématige bouwmetaforen krijg je onbewust een warm gevoel. De structuur van dit frame is dat bouwen goed is, en niet halverwege moet worden onderbroken. Als de basis is gelegd, moet er vervolgens voortgebouwd worden (‘Laat Balkenende zijn karwei afmaken’ is alweer te horen, met een knipoog naar Lubbers, die heel lang aan de macht was). De kiezer moet natuurlijk zó stemmen dat die continuïteit van het bouwen gewaarborgd is. In de tweede Troonrede - Balkenendes persconferentie direct na de toespraak van koningin Beatrix - klonk: ‘Nederland is werk in uitvoering.’
| |
Inrichting
Op de eerste dag van de Algemene Beschouwingen versterkte CDA-fractievoorzitter Verhagen het bouwframe door aan kandidaat-premier Bos te vragen of hij van plan was het bouwwerk dat CDA en VVD samen hadden opgetrokken met de grond gelijk te maken. ‘In plaats van het huis te slopen gaan wij het huis verbouwen, en dan is het een stuk prettiger wonen’, antwoordde Bos, waarmee ook hij het frame ongewild versterkte.
Jan-Peter Balkenende: ‘Ik heb begrepen dat de heer Bos en ik een titanenstrijd moeten voeren.’
Foto: Gerhard van Roon/Hollandse Hoogte
Wouter Bos: ‘Het gaat ook helemaal niet om een titanenstrijd tussen Bos en Balkenende.’
Foto: Gerard Til/Hollandse Hoogte
Femke Halsema: ‘Ik keek naar de premier, en ik moest even denken aan het prachtige boekje van Nescio, Titaantjes.’
Foto: Gerhard van Roon/Hollandse Hoogte
Verhagen gaf echter een andere draai aan het bouwbeeld door in allerlei spreekbeurten te melden dat het huis af was en nu ingericht moest worden. Bos en VVD-leider Mark Rutte roken kansen om hier de CDA-politicus triomfalisme en gebrek aan ambitie aan te wrijven. Bos: ‘U hebt de afgelopen weken meermalen gezegd dat het huis nu gebouwd is en dat het alleen maar hoeft te worden ingericht. Welnu, iedereen weet dat je het huis nooit moet laten inrichten door degenen die het gebouwd hebben.’ Verhagen reageerde: ‘Maar wel door degenen die de tekeningen hebben gemaakt. Wij hebben een mooi huis neergezet, en willen ook graag de inrichting voor onze rekening nemen.’ Rutte vond ‘een beetje netjes aankleden in het huis’ te weinig ambitieus. Hij bouwt er liever een heel nieuw huis naast. Femke Halsema van GroenLinks haakte aan met: ‘Ik weet ook niet hoe hij met die bezuiniging van vier miljard dat huis wil gaan inrichten.’
| |
Staatscrèche
Wat leverde twee dagen op de publieke tribune in de Tweede Kamer meer op dan een scheurende hoofdpijn? Een groot aantal verbale schermutselingen waarin de politici de flexibiliteit van de taal verder vergrootten en met nieuwe woorden en typeringen probeerden elkaars ideeën in een kwade reuk te stellen.
André Rouvoet (ChristenUnie) waarschuwt Rutte voor te veel nieuwe regels in zijn onderwijsbeleid: ‘Ik dacht even dat u de heer Bos zou gaan verwijten dat de vergrotende trap van regelwoud “regelwouter” is, maar als ik uw woorden nu hoor, is de overtreffende trap toch echt “regelrutter”.’
De PvdA is voorstander van gratis kinderopvang. Verhagen noemt dat ‘een zogenaamd gratis staatscrèche’. Bos geeft zich niet gewonnen: ‘Wij hebben in ons land ook gratis basisonderwijs en toch zijn het niet allemaal staatsscholen. Het feit dat je iets gratis of betaalbaar maakt, betekent niet dat het van de?
| |
| |
staat is.’ Rutte wil voor driejarigen een verplichte taaltoets invoeren. Halsema typeert dit als ‘staatsopvoeding’, waaraan allerlei voor liberalen bepaald niet gewenste associaties met communistische regimes kleven. Bos stelt voor om ouderen met een aanvullend pensioen boven de 15.000 euro via de belasting te laten meebetalen aan het in stand houden van de Algemene Ouderdomsvoorziening (AOW). Verhagen munt hiervoor de termen Bosbelasting en zelfs bejaardenbelasting, daarmee suggererend dat alle ouderen eraan moeten meebetalen.
Illustratie: Hein de Kort
| |
‘Intensieve menshouderij’
Marijnissen heeft genoeg van grootschalige verpleeghuizen waarin ouderen te slecht behandeld worden. Door zijn uitdrukking intensieve menshouderij trekt hij een weinig zachtzinnige vergelijking met de bio-industrie. Bos verwijt de ‘voormalige gezinspartij’ CDA een ‘moederbelasting’ te gaan invoeren, ‘waardoor degenen die ervoor kiezen om de kinderen thuis op te vangen in één keer tweeduizend euro meer moeten gaan betalen’. Ook Halsema hamert op dit aambeeld met de term aanrechtsubsidie. Ze doelt hiermee op een fiscale maatregel die niet-werkende partners stimuleert thuis te blijven. Het CDA zou die subsidie gaan afschaffen om vrouwen te stimuleren de arbeidsmarkt op te gaan.
Om aan te geven dat Balkenende een brokkenpiloot is, zei Marijnissen in Nova plagerig: ‘Balkenende I, II, III, IV... ik ben de tel kwijtgeraakt...’ Van der Vlies (SGP) wil met de uitdrukking Balkenende 2b waarschijnlijk suggereren dat het huidige kabinet-Balkenende III als twee druppels water lijkt op Balkenende II. Marijnissen - ook verantwoordelijk voor het neologisme sorrydemocratie, dat zelfs Van Dale heeft gehaald - windt zich op over onacceptabele herkeuringen in het kader van de WAO. Hij introduceerde de cynische uitdrukking Lourdes van de Lage Landen, en vergeleek op die manier de uitkeringsinstantie UWV met het katholieke bedevaartsoord waar zieken voor genezing komen. Veel arbeidsongeschikten worden volgens hem ten onrechte geschikt verklaard om te werken. Je gaat ziek het UWV in en je komt er genezen weer uit. Wat een wonder!
| |
Beproefde ‘frames’
Het begrip ‘framing’ (het toepassen van een gedachtenconstructie waarmee je eigen opvattingen in een gunstig en die van tegenstanders in een ongunstig daglicht kunt stellen) wordt doorgaans gekoppeld aan Erving Goffman, van wie in 1974 een boek verscheen getiteld Frame Analysis. An Essay on the Organization of Experience. De taalkundige George Lakoff paste framing toe op de politiek in onder meer de boeken Moral Politics, Don't Think of an Elephant en het meer wetenschappelijke Women, Fire, and Dangerous Things. What Categories Reveal About the Mind.
Enkele beproefde frames:
* Pro-life (‘voor het leven’). Suggereert dat tegenstanders (mensen die abortus in sommige gevallen wel acceptabel achten) ‘anti-life’ (‘tegen het leven’) zijn, of ‘prodeath’ (‘voor de dood’).
* Pro-choice (‘voor keuzes’). Suggereert dat tegenstanders ‘anti-choice’ (‘tegen keuzes’) of ‘pro-compulsion’ (‘voor dwang’) zijn.
*Progressief. Manier om linkse politiek te beschrijven. Progressief suggereert vooruitgang, een stap voorwaarts, waarbij conservatief dan vanzelf een stap terug inhoudt.
| |
Klare Taalprijs
Hoe moet al deze taalacrobatiek worden beoordeeld? De Jargonbrigade van de Jeugdraad houdt in elk geval de vinger aan de pols door jaarlijks de Zwetsprijs en de Klare Taalprijs uit te reiken. Maxime Verhagen kreeg dit jaar wederom de Zwetsprijs voor zijn onduidelijke taalgebruik. Volgens de jargonbrigadiers maakte hij ook de meeste uitglijders, ontweek hij vragen en haalde hij oude koeien uit de sloot door te verwijzen naar pleidooien van vorige jaren. Veel positiever waren zij over Femke Halsema, die de Klare Taalprijs won: ‘Femke Halsema had duidelijke uitspraken, weinig moeilijke woorden en jonge taal met goede voorbeelden. Bovendien vráágt zij ook om klare taal van de andere politici als ze een antwoord te verwarrend of onduidelijk vindt.’ Ook zal aan die prijs het telraam hebben bijgedragen dat Halsema het kabinet schonk om bij het verwarrende gegoochel met cijfers meer helderheid te verschaffen.
De vraag is intussen ook of dit alles tijdens de Algemene Beschouwingen nu leidde tot een hoogstaand debat. En wás er eigenlijk wel sprake van een debat? ‘Ik heb begrepen dat de heer Bos en ik een titanenstrijd moeten voeren’, zei Balkenende, die niet wilde ingaan op uitdagingen van Wouter Bos. ‘Wij krijgen nog zat mogelijkheden om met elkaar te discussiëren. Ik sta hier als premier. Het is hier niet de plaats noch het moment om in te gaan op partijprogramma's.’ Bos laat het daar niet bij zitten: ‘Het gaat ook helemaal niet om een titanenstrijd tussen Bos en Balkenende. (...) Op het moment dat het echt politiek wordt, op het moment dat de mensen het recht hebben om te weten wat er achter die mooie woorden schuilgaat, namelijk vier keer zo veel bezuinigen op de gezondheidszorg als de afgelopen jaren, dan geeft u niet thuis. Dat maakt dit debat tot een flutdebat!’
Later zou Bos nog uitnodigen om samen twaalf debatten in alle provincies te voeren. Balkenende be- | |
| |
dankte resoluut: vier afgesproken televisiedebatten waren meer dan genoeg. Zeker houdt hij zich presidentieel op de vlakte, want hij wil de ‘premierbonus verzilveren’. Dat is Haags jargon voor een groot aantal zetels dat de zittende premier wint als hij zich voldoende als een staatsman weet te profileren. Daarom blijft hij vaderlijk boven de partijen staan en laat hij Verhagen het sloperswerk verrichten op Bos.
| |
Paardenrennen
De titanenstrijd waar Balkenende naar verwees, is een frame dat door een Amerikaanse onderzoeker het ‘paardenrennen-frame’ is genoemd. Daarbij verslaan de journalisten een spannende nek-aan-nekrace en wordt de hele complexe politieke realiteit tot die simplistische tweestrijd teruggebracht. De andere partijen, die niet een van de twee titanen leveren, hebben hierbij niks te winnen, want hun positie wordt erdoor gemarginaliseerd. Zij hebben baat bij het bagatelliseren van deze tweestrijd.
Femke Halsema: ‘Ik hoorde vanmorgen de premier smullend beginnen over de titanenstrijd die los zou barsten, zoals al beschreven in de media. Ik keek naar de premier, en ik kon er niets aan doen, maar ik moest even denken aan het prachtige boekje van Nescio, dat heet Titaantjes. Dat is een clubje van vijf jongens, die de wereld willen verbeteren, zij hebben grootse plannen, maar het lukt niet erg. Dan zitten zij bij elkaar en dan zeggen zij: “Daar zaten wij dan, wij lieten niets heel, tenminste niet veel.”’
Lousewies van der Laan van D66 valt haar bij: ‘Voorzitter. Erg mooi dat mevrouw Halsema eindigt met Nescio, want ik wilde met hem beginnen. (...) Wat de Titaantjes aan het eind van het boek tegen elkaar zeiden, was ook: “Jongens waren wij, stakkerig wijs zijn wij, behalve Bavinck, die mal geworden is.” Maar aan het eind van de discussie zeiden zij: “Wij zijn er niet op vooruitgegaan.” Dat gevoel heb ik vandaag ook weleens gehad.’
Beiden pogen de vergelijking met titanen belachelijk te maken. Na een reactie op een charge van Bos stelt Balkenende vreemd genoeg zelf de tussenstand tussen de beide gladiatoren vast: ‘Volgens mij is de stand gewoon nul-nul.’ Desgevraagd noemde een VVD-Kamerlid deze titanenstrijd eerder een ‘wedstrijd vérplassen’.
Aanrechtsubsidie, bejaardenbelasting, regelrutter? Op 22 november mag de kiezer terugpraten.
|
|