Iktionaire
Het taalrestaurant
Jan Kuitenbrouwer
De meest gelauwerde chef ter wereld van dit moment is Heston Blumenthal. Zijn restaurant heeft drie Michelinsterren en onlangs ontving hij een hoge Britse koninklijke onderscheiding. Dat restaurant is in Bray, even buiten Londen, aan de Theems, en heet The Fat Duck. De lezers van dit blad kan ik een bezoekje beslist aanraden. In tegenstelling tot wat die plompe naam misschien suggereert, staat de bezoeker aan The Fat Duck namelijk een weergaloze linguïstische ervaring te wachten, zo leid ik althans af uit de recensie van Ton de Zeeuw, onlangs in De Telegraaf. Het begint met ‘een grapje’. Let op, hier komt het: ‘gelei van sinaasappel en gelei van rode biet in elkáárs kleuren’! Genoemd grapje is bedoeld om ‘de gast op het verkeerde been te zetten’, legt de recensent uit, want het spreekt natuurlijk vanzelf dat alleen op dat been optimaal kan worden genoten. Dan volgt ‘een velletje smakend naar truffel en eiken’. Gelukkig proeft zo'n culischrijver ook houtsoorten. Van het ‘velletje’ had ik het basismateriaal ook nog wel willen weten. Kevlar, aramide, polyurethaan? Het schaaltje dat nu volgt, bevat ‘slakkenhavermout’, een fraaie vondst, al lijkt ‘slakkenpap’ ons als vertaling van snail porridge niet alleen juister maar ook mooier.
Slakkenpap.
Een, ik citeer verder, ‘verrukkelijke smurrie van peterselie, knoflook, eekhoorntjesbrood, pata negra, slak, eendenham, havermout en kipbouillon’.
Of het de maag een beetje vult is de vraag, maar het menselijk taalcentrum kan een dag toe met zo'n creatie. Dan volgt ‘sorbetijs van sardines en toast met in sake ontslijmde zalmeitjes’, opnieuw een concoctie waarbij je in elk geval je taalvingers aflikt.
Het verbaal-poëtische vuurwerk komt nu echt op gang. De drievuldig laureaat serveert ‘zalm met drop, bij vanillemayonaise met pepers en Chardonnay-azijn, een mootje vis ter grootte van een lucifersdoosje, met ingestoken stukje truffel, rauw en ijskoud “geschrokken” in een warme gelei van in water verdunde dropbasis, vlak voor doorgifte op lage temperatuur gegaard en als een donkere elastische plak opgediend met groene asperges naast bevroren en weer ontdooide celletjes rode grapefruit en druppels balsamico’.
‘Wauw!’, reageert Ton de Zeeuw, alsof hij net een verbale uitbarsting van William Burroughs heeft ondergaan. Tot slot is er nog ‘cornflakes van wortel en sinaasappel met Turks fruit van rode biet, gezouten karamel, wentelteefjes, theegelei, tomatenjam en aan tafel bereid bacon&eggs-ijs’.
Geef toe: bij dat soort taalkunst schieten gerechten te kort.
Behalve drie sterren van Michelin verdient The Fat Duck ook minstens één ster van het Genootschap Onze Taal.