Geschiedenis op straat
Slag
Riemer Reinsma
De Wassenaarse Slag, De Lange Slag, de Gerner Slag: het is maar een kleine greep uit de vele ‘slagen’ die in 23 plaatsen in Nederland te vinden zijn. Maar wat moet slag hier betekenen? Het begon er waarschijnlijk mee dat dit soms een verkorting was van wagenslag: de geulen (sporen) die door de wielen van een wagen ‘geslagen’ werden in een onverharde weg. De beroemde zeventiende-eeuwse dichter Constantijn Huygens schreef over het pad ‘Dat den wagen / En de slagen / Kan verdragen / Van het rad.’
De Wassenaarse Slag aan het begin van de vorige eeuw.
Daaruit ontwikkelde zich een nieuwe betekenis: ‘wagenspoor’, en vervolgens die van een ‘niet-verharde weg (door de velden of de duinen)’, zoals Van Dale het omschrijft. Als je tegenwoordig over de Wassenaarse Slag door de duinen naar zee rijdt, zie je een breed, slingerend asfaltlint voor je, en het is nog niet zo eenvoudig om je voor te stellen dat het hier ooit begon met een nederige, onverharde weg. Hierboven schreef ik wel ‘door de duinen naar zee rijdt’, maar dat is historisch gezien niet zo gelukkig geformuleerd. Over de Wassenaarse Slag meldt Robert van Lit in het boek Geschiedenis en verklaring van de straatnamen in Wassenaar (1989) dat die ‘in het verleden onder meer veel gebruikt is door schelpenvissers die hun uit zee geschepte schelpen in karren naar het dorp reden’. We mogen daaruit opmaken dat de naam Wassenaarse Slag dus vanuit de zeekant gegeven is, mede ter onderscheiding van de Langevelder Slag.
Aan zulke onverharde wegen herinnert onder andere ook de Tweede Slag (in Rockanje) - de Eerste Slag is spoorloos verdwenen. De herinnering aan zulke pastorale landwegen heeft het Rotterdamse stadsbestuur er in 1920 toe gebracht om een straat in Tuindorp Vreewijk ‘Slag’ te noemen. Maar hiermee was de nostalgie van 's werelds grootste havenstad nog lang niet bevredigd. In 1987 werden ook vier wegen op de zwaar geïndustrialiseerde Maasvlakte naar zulke slagen genoemd: Slag Maasmond, Slag De Beer (bij het Beerkanaal), Slag Dobbelsteen (de naam verwijst naar een kunstwerk, bestaande uit betonnen dobbelstenen die een golfbreker uitbeelden) en Slag Hinderplaat (een zandplaat die hier dicht bij de kust in zee ligt).
Volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal kon het woord slag in de provincie Overijssel ook nog een andere betekenis hebben: een ‘verdieping in den bodem, waarin water blijft staan, drasland, plas’. Waarschijnlijk zijn De Lange Slag (in het dorp Heeten) en de Gerner Slag (in Dalfsen) naar zo 'n poel met stilstaand water genoemd.
Moet je ‘de slag’ zeggen of ‘het slag’? Volgens Van Dale zeg je, als het over onverharde wegen gaat, altijd ‘de slag’, en misschien is dat tegenwoordig ook inderdaad zo. Maar uit de straatnamen zelf blijkt iets anders. In een groot deel van Gelderland zegt men ‘het slag’, en hetzelfde geldt voor Drenthe. Een straatnaam 't Slag komt namelijk voor in Bemmel, Didam, Scherpenzeel en Westervoort, en in het eveneens Gelderse Drempt is er een straat met de naam Het Slag; en die laatste straatnaam komt ook voor in de Drentse plaatsen Schoonoord en Zwartemeer.
Maar in Bocholtz (Limburg), Drachten (Friesland) en Houten (Utrecht) liggen straten die De Slag heten, en in het Overijsselse Heeten ligt dus een straat met de naam De Lange Slag. Daar moet echter wel een kanttekening bij. De Slag in Drachten blijkt bij nader inzien niet op een onverharde weg te slaan, maar het is een term uit de turfmakerij, zo legt Jolt Oostra Rzn. uit in zijn boek Drachtster namen, toponymie van Drachten. Een slag is hier ‘het geheel der drogende turven op het zetveld’.