Iktionaire
Klaar, over & uit
Jan Kuitenbrouwer
Als de geest van de tijd neerslaat in ons taalgebruik, moet je via dat taalgebruik ook kunnen doordringen tot de geest van de tijd. Een mooi voorbeeld daarvan staat in het boek Waar zijn de intellectuelen? van de Britse socioloog Frank Furedi. Hij verwijst naar een artikel in de New York Times, over de intellectuele cultuur op de gemiddelde Amerikaanse universiteit, ook al vrij schrijnend beschreven door Tom Wolfe in I Am Charlotte Simmons. Ook Wolfe heeft een scherp oor voor taalgebruik, maar met de observaties in dit NYT-artikel had hij zijn voordeel kunnen doen.
Ten eerste zeggen moderne Amerikaanse studenten om de drie woorden whatever (‘maakt niet uit’), een merkwaardig stopwoordje voor een omgeving waar het nu net wél uitmaakt wat je precies bedoelt. Hetzelfde geldt voor no problem, ook erg in zwang op de hedendaagse campus - die, als iedereen dat altijd zei, niet eens zou bestaan. Ook de zegswijze don't go there is erg in zwang bij de moderne student, en dan vooral als bezwering wanneer iemand in discussie wil gaan. De strijd der ideeën als een onwelriekend moerasgebied waar je maar beter uit de buurt kunt blijven. Wetenschappers die hun standpunt fel beargumenteren, worden beschuldigd van ‘agressief academisch gedram’, van ‘geestelijke intimidatie’ en docenten worden geacht een ‘stimulerende omgeving’ te creëren, zonder ‘vijandige debatteerstijl’. ‘Het bekritiseren van andermans ideeën wordt al gauw uitgelegd als egotripperij of een vorm van ongevoeligheid, terwijl het plaatsen van vraagtekens bij iemands visie als een persoonlijke belediging kan overkomen’, verzucht Furedi in dit boek, zijn aanklacht tegen de ‘verdomming’ van de westerse cultuur, de opmars van ‘het filisterdom’.
Ik moest denken aan een goede vriend, die hoogleraar is. Als hij tegen een student zegt dat iets fout is, krijgt hij steeds vaker te horen: ‘Ja, dat zeg jíj!’ Alsof hij geen onomstotelijk feit debiteert, maar een persoonlijke mening. Aan de Universiteit van Kent, waar hij werkt als socioloog, maakt Furedi precies hetzelfde mee. ‘”Dat is jouw opvatting” is een volkomen acceptabele reactie op kritiek - en een uitspraak die de zinloosheid van verdere discussie onderschrijft.’ Ook moest ik denken aan een uitdrukking die je in Nederland steeds vaker hoort: ‘Ik ben er klaar mee.’ Zegt die iets over de tijdgeest?
‘Ik wil er niets meer mee te maken hebben’, bedoelt men meestal, of ‘Ik heb er tabak van’ of ‘Ik word er doodziek van.’ Maar dat zijn formuleringen die een waardeoordeel bevatten, of impliceren, een stellingname. ‘Ik ben er klaar mee’ is een zuiver praktische mededeling. Overwegingen, motieven en conclusies blijven zorgvuldig buiten beschouwing. Argumentatie en discussie overbodig. Confrontatie zinloos.
Men is er klaar mee. 1 wordt 0. Men logt uit.