Verwijzing naar percentage
?‘30% van de Nederlanders vindt dat hij te hard moet werken.’ Kun je met hij naar een percentage verwijzen?
!Het is beter om dat niet te doen: hij slaat doorgaans op één individu, niet op een groep, percentage of deel. Maar wat moet het dan wél zijn? Helaas is daar geen vaste regel voor. Wat goede diensten kan bewijzen is het meervoudige ze, zeker als de zin vooral slaat op de afzonderlijke personen of zaken waaruit het percentage, het deel of de groep is samengesteld. In de zin hierboven heeft ze in elk geval onze voorkeur: ‘30% van de Nederlanders vindt dat ze te hard moeten werken.’
Dat geldt ook voor een zin als ‘Het merendeel van de Denen vindt dat ze te hard werken.’ De onzijdige verwijzing ‘dat het te hard werkt’ impliceert dat het merendeel als geheel te hard werkt, terwijl het juist om de afzonderlijke personen gaat. Maar in ‘De raad van bestuur vindt dat hij verkeerd is ingelicht’ wordt bedoeld dat de raad als geheel verkeerd is ingelicht; de nadruk ligt niet op de raadsléden. Daarom is hij hier beter dan het meervoudige ze. Vaak is er geen directe voorkeur, zoals bij: ‘Het motto van Philips is dat ze gebruikersvriendelijke producten willen maken / dat het gebruikersvriendelijke producten wil maken.’
In de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) staan vergelijkbare gevallen, zoals ‘De bevolking kwam in opstand toen hun loon werd gehalveerd.’