| |
| |
| |
De witte spelling
Resultaten spellingenquêtes
Taaladviesdienst
Rechtstreeks de gewone taalgebruiker benaderen en vragen wat hij wil. Dat is wat er bij het witte boekje is gedaan - onder meer via twee spellingenquêtes. Hier de resultaten.
De samenstellers van het witte boekje hebben de toekomstige gebruikers betrokken bij het maken van de woordenlijst en de spellingregels. Zo hebben honderden mensen woorden ingezonden die straks in de nieuwe spellinggids te vinden zijn, bijvoorbeeld burgerservicenummer, cardiofitness en zzp'er. Verder hebben we dit voorjaar de bezoekers van de website van Onze Taal en de lezers van de e-mailnieuwsbrief Taalpost gevraagd naar hun persoonlijke voorkeuren op spellinggebied. Twee keer kregen ze ruim honderd woordparen voorgelegd en konden ze telkens aangeven welke schrijfwijze hun persoonlijke voorkeur had - dus los van de officiële regels. Beide enquêtes werden door ongeveer duizend mensen ingevuld.
| |
Duidelijke schrijfwijzen
De meest bekritiseerde woorden van de nieuwste spellinghervorming sluiten kennelijk inderdaad slecht aan bij het taalgevoel. Meer dan 90% van de respondenten verkiest ideeënloos boven ideeëloos; net zo'n vernietigend oordeel viel tv'loos, middenklassenauto, havoër en appel (‘oproep’) ten deel. Maar er is ook veel oud zeer naar boven gekomen. Schrijfwijzen die al tien jaar officieel fout zijn, blijken soms nog erg populair: zo zou 77% smartegeld en zielepijn het liefst zonder tussen-n schrijven.
In het algemeen kiest de meerderheid vooral voor duidelijke schrijfwijzen. Zo geven veel mensen de voorkeur aan extra accenten of trema's in allerlei leenwoorden. Als het aan de geënquêteerden lag, schreven we voortaan niet alleen à propos, gênant, siërra en siësta, maar ook bohémien, décharge, diës, in spé, métier, paëlla, per sé of zelfs persé, pré, rappèl, séance en - dus - appèl.
Bij de bezits-s blijkt een bescheiden meerderheid toch het liefst altíj́d een apostrof te gebruiken, ook als die niet nodig is. In Annie's verjaardag, Bryan Roy's vrouw, Fokker's faillissement, Randstad's jaarcijfers en bij Jan's, Piet's, Karin's en Anneke's fiets wil 50 tot 70 procent een apostrof zien. Ook het verduidelijkende streepje in samenstellingen was in trek: zo verkiest maar liefst 71,5% Wouter Bos-achtig boven Wouter-Bosachtig of het voorgeschreven Wouter Bosachtig. En de steun voor het officiële multiplechoicevraag is gering: 16,6%; multiple-choicevraag scoorde 25,4% en multiple choice-vraag maar liefst 50 procent.
| |
Enkele resultaten spellingenquête
met tussen-n |
% |
zonder tussen-n |
% |
hondenras* |
77,5 |
honderas |
20,3 |
antilopenkudde |
73,2 |
antilopekudde* |
23,1 |
leeuwendeel* |
69,0 |
leeuwedeel |
27,7 |
leeuwenbek (bek van een leeuw)* |
62,7 |
leeuwebek (bek van een leeuw) |
33,3 |
hondenfluitje* |
62,3 |
hondefluitje |
34,4 |
schapenwol* |
60,0 |
schapewol |
37,0 |
kippenei* |
57,2 |
kippe-ei |
35,7 |
hagedissenstaart* |
53,4 |
hagedissestaart |
44,1 |
schapenwolken* |
53,2 |
schapewolken |
42,9 |
muggenbult* |
49,6 |
muggebult |
46,9 |
hondenleven* |
49,2 |
hondeleven |
47,4 |
hondenhok* |
47,6 |
hondehok |
47,7 |
krokodillentranen* |
47,5 |
krokodilletranen |
50,3 |
gazellenogen |
46,1 |
gazelleogen* |
48,7 |
het hazenpad kiezen* |
44,7 |
het hazepad kiezen |
53,1 |
kattenstaart (plant)* |
38,1 |
kattestaart (plant) |
58,4 |
koeienletters* |
37,3 |
koeieletters |
59,5 |
hi-ha-hondenlul* |
34,9 |
hi-ha-hondelul |
58,7 |
leeuwenbek (plant)* |
34,0 |
leeuwebek (plant) |
61,3 |
apenstaartje* |
32,2 |
apestaartje |
64,7 |
dat is geen kattenpis* |
31,9 |
dat is geen kattepis |
65,8 |
spinnenweb* |
29,6 |
spinneweb |
67,7 |
hanenpoten (slordig handschrift)* |
29,0 |
hanepoten (slordig handschrift) |
68,3 |
apenkooien (spel)* |
28,5 |
apekooien (spel) |
66,9 |
kattenkop (snibbig persoon)* |
23,2 |
kattekop (snibbig persoon) |
75,1 |
apenkop (kwajongen)* |
21,5 |
apekop (kwajongen) |
76,6 |
* Groene Boekje-vorm
Voor een volledig overzicht van de resultaten zie www.onzetaal.nl/2006/78/enquete.php
| |
Letter met betekenis
Dan het omvangrijkste onderdeel van het onderzoek: de tussen-n. De regeling van tien jaar geleden heeft zeker effect gehad: er zijn heel wat meer tussen-n'en gekozen dan voor die tijd waarschijnlijk zou zijn gebeurd. Maar veel geënquêteerden blijken de tussen-n intuïtief toch vaker als een letter met betekenis op te vatten dan, zoals het Groene Boekje doet, puur als een vormkenmerk. Zo koos in de eerste enquête 64,6% voor het officiële grenzeloos. Dat kwam ook wel overeen met de 69% voor grenzeloos optimisme in de tweede enquête, maar niet met de slechts 29% voor een grenzeloos Europa: tweederde van de mensen wil daar toch een n invoegen, zoals in samenstellingen wel kan.
Dat voorbeeld past bij de globale trend: hoe minder letterlijk het hele woord is, hoe ongewenster een tussen-n wordt gevonden. Vandaar wel hondenras, maar liever niet koeienletters. Daardoorheen is ook het oude uitgangspunt nog merkbaar: een sterke gedachte aan het enkelvoud van het eerste deel verdrijft de tussen-n, dus spinneweb tegenover antilopenkudde. Meer voorbeelden, met als eerste deel van de samenstelling steeds een dier, vindt u in het overzicht hiernaast.
Wat is er straks in het witte boekje terug te vinden van deze enquête? De resultaten ondersteu- | |
| |
nen in elk geval de keuze voor het vrijlaten van de tussen-n (zie het artikel hieronder). Ook zijn de regels van de witte spelling voor het gebruik van accenten en apostrofs minder dwingend dan die in het Groene Boekje. Kortom: het witte boekje geeft meer ruimte aan het eigen oordeel van taalgebruikers.
Alle deelnemers aan de enquête willen we graag hartelijk bedanken.
Illustratie Matthijs, Sluiter
| |
De tussen-n in het witte boekje
Redactie
Het witte boekje
In de vierde en laatste aflevering van de reeks over de witte spelling - het witte boekje verschijnt in augustus - komt het grootste twistpunt van de spelling sinds 1995 aan bod: de tussen-n.
Nieuwe schoenen moeten ingelopen worden. Maar als de schoenen niet goed gemaakt zijn, lukt dat niet. Zo is het ook met spellingregels. Aan nieuwe regels moet je wennen. Maar als ze slecht in elkaar zitten, valt er ook op de lange duur niets mee te beginnen. De tussen- n-regeling die in het Groene Boekje van 1995 werd gepresenteerd, was krakkemikkig. De hoofdregel leverde woorden op die tegen het taalgevoel indruisten (smartengeld, secondelang) en had ook nog eens subregels en uitzonderingsregels, waardoor velen door de bomen het bos niet meer zagen.
De taalgebruiker merkte direct dat de nieuwe schoenen niet lekker liepen. Tien jaar later zijn de meeste taalgebruikers nog steeds niet erg vertrouwd met de ‘nieuwe’ regeling. De spellingherziening van dit jaar, die op 1 augustus ingaat, maakt de situatie er niet beter op. Er is in de tussen-n-regeling één uitzonderingscategorie geschrapt (de paardebloem-regel), maar voor de rest is alles min of meer gelijk gebleven - ook al zijn de regels geherformuleerd in een poging recht te breien wat krom is. Dat is niet gelukt.
| |
Vrij
De samenstellers van het witte boekje hebben besloten de tussen-n-regeling wel echt aan te pakken, zij het na enige aarzeling. Want ja, je krijgt toch een zekere tweespalt in spellingland. En is de taalgebruiker daarmee gediend? Maar toen uit enquêtes (zie hiernaast) bleek dat veel mensen de Taalunieregels ook na tien jaar nog steeds niet kunnen of willen toepassen en ook van de kant van professionele tekstschrijvers het verzoek kwam om toch vooral iets aan de starre tussen-n-regeling te doen, werd de knoop doorgehakt.
In de Nederlandse spelling komt één vergelijkbaar geval voor: de tussen-s. Die kwestie is in de officiële spelling van 1995 bevredigend opgelost door het al dan niet schrijven van de tussen-s vrij te laten: voorbehoedmiddel is goed, maar voorbehoedsmiddel ook. De taalgebruiker kan op zijn eigen gevoel afgaan. Over die regel is de afgelopen tien jaar bijzonder weinig geklaagd. In de witte spelling wordt er nu voor gekozen ook de tussen-n vrij te laten. Paardenstal is goed maar paardestal ook. Daarbij noemt het witte boekje wel een paar algemene principes die voortvloeien uit de intuïtie van de meeste taalgebruikers. Die zullen bijvoorbeeld kippenhok en secondenlang schrijven, omdat het eerste deel van de samenstelling direct doet denken aan een meervoud (aan meer dan één). En als een samenstelling geen letterlijke betekenis heeft, zal men geneigd zijn de tussen-n weg te laten: hanepoten (‘slordig handschrift’), apekop (‘kwajongen’). Dit soort principes zijn nadrukkelijk géén voorschriften. Wie kippehok schrijft, maakt volgens de witte spelling geen spelfout.
| |
Enige oplossing
In de woordenlijst van het witte boekje zullen samenstellingen waarbij de tussen-n een rol kan spelen, bij het hoofdwoord worden vermeld. Een voorbeeld van wat er bij kat en bij waarde zou kunnen staan:
katte(n)...: kattekop (scheldwoord), kattenmand, kattenvoer, enz. (GB: katten...)
waarde(n)...: waardebon, waardenvrij, enz. (GB: waarde...)
De (n) in de basisvorm maakt duidelijk dat de tussen-n optioneel is. Vervolgens is op grond van enkelvoud/meervoud of letterlijk/figuurlijk - maar ook rekening houdend met de gewenning aan de tussen-n - soms gekozen voor -e- en bij andere woorden voor -en-. De gegeven vormen zijn alleen als indicatie bedoeld; wie het anders wil, kan dat doen. Voor de volledigheid wordt ook vermeld wat het Groene Boekje doet.
De vrije tussen-n geldt voor samenstellingen. Bij afleidingen, en dan vooral die met de achtervoegsels -(e)lijk, -dom en -achtig (namelijk, vorstendom, lenteachtig), ligt de schrijfwijze wel min of meer vast. Bij -loos ligt dat iets anders en gaat de betekenis meespelen: grenzenloos (een grenzenloos Europa) en grenzeloos (een grenzeloos vertrouwen).
Het rigoureus overboord zetten van de officiële tussen-n-regels lijkt gewaagd. Maar bij het maken van het witte boekje hebben we gemerkt dat elk denkbaar streng regelsysteem op diverse punten niet aansluit bij het eigen taalgevoel en spellen daarom onnodig moeilijk maakt. Daarom hebben we het taalgevoel van de speller centraal gesteld - net als bij de tussen-s. Het is de enige oplossing die ruimte laat voor individuele voorkeuren en voor het feit dat taalgebruikers de tussen-n soms meer betekenis toekennen, en wellicht is het ook de laatste mogelijkheid om de kwestie echt op te lossen.
|
|