Hoeveelheid/aantal
? In het aprilnummer van Onze Taal had Frank Jansen het over een ‘enorme hoeveelheid teksten’. Het gebruik van het woord hoeveelheid voor een verzameling telbare zaken neemt hand over hand toe. Moet het geen halt worden toegeroepen?
! Een zekere hoeveelheid taalgebruikers blijkt moeite te hebben met formuleringen als een flinke hoeveelheid mensen, een grote hoeveelheid vragen. Volgens hen zou hier aantal gebruikt moeten worden, en is hoeveelheid voorbehouden aan niet-telbare zaken: een flinke hoeveelheid geld, een grote hoeveelheid suiker.
Waar dat bezwaar vandaan komt, is ons niet duidelijk. Misschien is de redenering als volgt: aantal kan alleen bij telbare zaken worden gebruikt, en dus zal hoeveelheid wel alleen bij niettelbare zaken mogelijk zijn. De betekenis van hoeveelheid is echter breder dan die van aantal; dat staat al minstens een eeuw in de woordenboeken. Bijvoorbeeld in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), dat in 1904 schreef dat hoeveelheid in de betekenis ‘aantal, menigte’ gebruikt kon worden ‘in toepassing op hetgeen zich tellen laat’. Hierbij staat een voorbeeldcitaat uit 1860: ‘Een zekere hoeveelheid feiten’. Daarnaast betekende hoeveelheid ‘massa, portie, dosis’, aldus het WNT.
Constructies als een zekere hoeveelheid mensen en de grote hoeveelheid teksten zijn dus correct. Wel is het zo dat bij telbare zaken hoeveelheid nader moet worden bepaald, bijvoorbeeld met een bijvoeglijk naamwoord: ‘Ik heb een hoeveelheid teksten gelezen’ is een vreemde zin. Bij aantal kan zo'n bepaling achterwege blijven: ‘Ik heb een aantal teksten gelezen.’