Het weer van alle mensen
Beter ingeburgerd in onze taal dan de nieuwe woorden en betekenissen zijn veel van de kenmerkende apodictische uitspraken van Gerard Reve: ‘Alle religie is schone en ware waanzin.’ ‘Er is niets tegen geoudehoer, zolang er maar Gods zegen op rust.’ ‘Veel groente, en weinig aardappelen, dat eet voor een man niet zo lekker.’ ‘Je gaat dood of je blijft leven, het zit altijd goed.’ Het zijn vaak platitudes, ze getuigen soms van een cruijffiaanse logica, maar ze zijn vaak zó dwingend geformuleerd dat je ze meteen onthoudt. Dat verklaart waarom heel wat van die passages uit Reves werk gevleugeld zijn geworden. Het beste voorbeeld daarvan is een zin uit de slotpassage van De avonden: ‘Het is gezien (...), het is niet onopgemerkt gebleven.’ Deze passage is geregeld te vinden in kranten en tijdschriften, zelfs in variaties, zoals ‘Het is gehoord, het is niet onopgemerkt gebleven.’
De bekendste uitdrukking van Gerard Reve is echter waarschijnlijk het weer van alle mensen, die in verschillende varianten en op verschillende plaatsen in zijn werk aangetroffen wordt. Inmiddels is die uitdrukking synoniem geworden voor typisch grijs Nederlands weer.
Een Nederlandse schrijver die ook nog eens in staat is geweest de taal van zijn volk te verrijken met een aanduiding voor een weertype, heeft bepaald niet voor niets geleefd.
Binnenkort verschijnt van Ton den Boon en Chrétien Breukers het boek Het is niet onopgemerkt gebleven. De taal van Gerard Reve (BnM uitgevers).