Het mooiste woord van...
Marcel Lemmens
Een oud-collega heeft me weleens gezegd dat hij haberdashery, het Engelse woord voor ‘fournituren’, zo'n mooi woord vond. ‘Omdat het zo lekker klinkt.’ Voor hem was een mooi woord een prettige samenstelling van klanken.
Voor een ander moet een woord er misschien gewoon mooi uitzien. Het moet bijvoorbeeld een bepaalde parallellie bevatten, zoals het palindroom oibibio, of het moet lang zijn, zoals arbeidsongeschiktheidsverzekering. Maar een woord kan ook om andere redenen mooi zijn: omdat het functioneel is of omdat het eenduidig is. En dat zijn precies de kenmerken van mijn woord: inbellen. Het is al een wat ouder woord - tegenwoordig internet bijna iedereen via de kabel of via een snelle ADSL-lijn - maar ik kan me herinneren dat deze term mij een paar jaar geleden trof. Wirehub! beschreef het destijds zo op zijn webstek: ‘Zeker voor thuisgebruik, maar ook voor (beperkt) zakelijk gebruik is het inbellen op Internet via de gewone telefoonlijn de meest voorkomende en goedkoopste manier om toegang te krijgen tot het Internet.’
Het eerste bijzondere aspect aan inbellen is dat het wordt gebruikt in een omgeving waarin het heel gebruikelijk is om woorden uit het Engels over te nemen: de wereld van computers en telecommunicatie. Terwijl woorden als e-mail, provider en server direct uit het Engels afkomstig zijn, is de Engelse bron in het geval van inbellen (dial-in of dial-up) zonder pardon gepasseerd. Dit woord laat zien dat het Nederlands over voldoende veerkracht beschikt om mee te groeien met zijn tijd. Het toont aan dat onze taal openstaat voor invloeden van buitenaf en snel woorden uit een andere taal kan lenen, maar dat zij deze ook heel snel kan aanpassen en integreren in haar eigen systeem.
De tweede reden waarom inbellen boven aan mijn lijstje van favoriete woorden staat, is dat het precies aangeeft wat het betekent. De helderheid van het woord is gelegen in het feit dat inbellen bestaat uit twee bekende componenten, waarbij bellen de basisbetekenis weergeeft (‘communicatie via een telefoon’) en het voorvoegsel in-als onderscheidend element wordt gebruikt. Het woord krijgt hierdoor een eenduidige betekenis, terwijl tegelijkertijd het verband met opbellen wordt aangegeven. Een prachtige vondst.
Sommige taalliefhebbers zullen misschien zeggen dat inbellen een zwak aftreksel van een Engelse term is, maar voor mij is het een modern voorbeeld van het scheppend vermogen van onze taal.
Marcel Lemmens (1956) is vertaler, redacteur en schrijver van de rubriek ‘Dagboek van een taalliefhebber’ in vertalersmaandblad de Talen.