Spaan
La-z-boy en donut
Henk Spaan
Tijdens een recent verblijf in Amerika stuitte ik op twee woorden die naar mijn smaak nader onderzoek verdienden: la-z-boy en donut. Dikke, rechtse mannen kijken, blikje goedkoop bier in de hand, in hun la-z-boy naar American football, dé sport voor rednecks, wat een ander woord is voor dikke rechtse mannen.
Een la-z-boy is een stoel. Je spreekt het woord uit als ‘lazy boy’. Tientallen keren was ik het al tegengekomen in, voornamelijk, detectiveromans. Hij stond in trailers en in rijtjeshuizen, bewoond door getatoeëerde scharrelaars, stakingsbrekers, georganiseerde motorrijders, kortaangebonden bankwerkers en beoefenaren van kleine dan wel grotere criminaliteit. Iemand die van Harvard komt, zit niet in een la-z-boy, een Archie Bunker wel. Kenmerkend voor de stoel is het beweegbare voetenbankje dat eronder uitschuift. De ‘reclining chair’ stelt de be-zitter in staat tot zakkig liggen. Dat doet hij zonder gêne.
De donut komt uit dezelfde wereld, die van de pizza en ander junkfood. (Overigens heb ik in New York een McDonald's gezien die de hamburgers naar believen thuisbezorgt. Wat een rommel van schuimplastic en vetvrij papier zal dat geven rond de la-z-boy.)
Iemand als Stephanie Plum, de sympathieke, voortdurend tegen haar honger en haar gewicht vechtende bounty hunter (premiejager) uit New Jersey, het tamelijk grappige schepsel dat is bedacht door de schrijfster Janet Evanovich, lust wel pap van donuts. Ze onderscheidt zich daarin niet van de meeste van haar collegaspeurders. Welke bij een verdacht huis postende rechercheur zit in zijn anonieme auto tijdens het urenlange observeren géén donuts te eten, vaak net een te veel?
Anders dan la-z-boy bestaat donut ook in het Nederlands. De do van donut is natuurlijk dough: eenvoudig deeg. In dit geval gebakken deeg. Opeens realiseer ik me dat Jan Cremer gekookte spaghetti bedoelde toen hij Simon Vinkenoog een ongebakken deegsliert noemde. De mens leert elke dag!
Maar de nut? Hij is noot noch pit. Integendeel: in het midden van de gebakken deegwaar zit een gat. Ook staat nut hier niet voor ‘testikel’, een andere, volkse betekenis van de noot. ‘She kicked him in the nuts.’ Het is een door Stephanie Plum beoefende activiteit, meestal niet zo bedoeld maar wel effectief.
De nut uit donut kan niet anders dan een moer zijn: het dingetje, rond of zeshoekig, dat om een schroef wordt gedraaid. Heb ik voor de context van het begrip la-z-boy sociologisch onderzoek moeten verrichten, de oorsprong van de donut kwam tot me terwijl ik er een zat te eten in een la-z-boy in Cleveland, kijkend naar een oude wedstrijd van de Steelers uit Pittsburgh, winnaars van de Super Bowl 2006. Aan de vooravond van de Super Bowl worden in de Verenigde Staten duizenden extra la-z-boys verkocht. Voor de bezorgers van takeawayvoedsel is het de dag der dagen.