Het mooiste woord van...
Jaap de Jong
Twijfel komt van de duivel. Dat heb ik altijd al gedacht, geloof ik, en in ieder geval heb ik dat vroeger zo geleerd in de kerk. Kijk maar, de taal zegt het zelf: Zweifel, diavolo: de duivel zaait twéédracht in je ziel. En dat is wel het laatste waar ik zin in had, toen ik jong was. Ik hield me dus stevig vast aan mijn drie zekerheden: Willen is kunnen. Het Geloof is de zekerheid der dingen die je hoopt. En - hoe lekker het woord ook in de mond ligt - een Twijfelaar is beklagenswaardig.
Maar ik had mijn eerste studentenkamer nog niet betrokken of de twijfel begon al te knagen. Mocht ik als protestantse jongen wel verliefd worden op mijn katholieke huisgenote? En zo ja, moest ik om haar mijn gevoelens te bewijzen een tweepersoonsbed kopen dat waarschijnlijk niet zou passen op mijn kamer, of zou mijn zitbank (tevens jongensbed) volstaan? Dergelijke, verontrustende gedachten hielden me zo bezig dat er van studeren niks meer kwam. Ik tobde over onbetaalbare lits-jumeauxs, over hemelen luchtbedden die beter bij mijn smalle beurs pasten, maar bleef besluiteloos. Toen kwam daar - geschenk uit de hemel - onverwacht redding.
Uit een erfenisje was hij overgeschoten. Daar stond hij plotseling voor me, niet te groot voor mijn kamer, niet te smal voor de nacht, duidelijk geen twee- maar toch ook geen eenpersoons en daarmee huisgenoten en verontruste ouders net voldoende in onzekerheid latend. Maar hoe noem je zoiets? Zelden was ik zekerder over de juistheid van een naam voor een ding: twijfelaar. Het was opeens niet langer alleen maar een mooi wóórd: zelden heb ik zo veel plezier beleefd aan iets wat ik ooit beklagenswaardig heb gevonden.
Jaap de Jong (1961) is docent/onderzoeker aan de Letterenfaculteit van de Universiteit Leiden en redacteur van Onze Taal.